'Antibioticagebruik verschoof in 2014 verder naar curatief'
De werkgroep antibiotica, waarin de sector en dierenartsen samenwerken, heeft de sector en de dierenartsen eind 2013 opgeroepen te stoppen met het preventieve gebruik van antibiotica (Lincomycine-Spectinomycine) kort na opzet van de dieren om pootproblemen later in de koppel te voorkomen, zegt Schukken.
Hier is in 2014 goed gevolg aan gegeven, volgens Schukken. Het preventieve gebruik kort na opzet is verschoven naar curatief gebruik later in het koppel. Hierdoor is het gemiddelde behandelgewicht flink gestegen.
Doordat vleeskuikenhouders antibiotica later in de koppel voor curatief gebruik inzetten, zitten er meer kilogrammen kuikens in een stal en stijgt het antibioticagebruik gerekend in kilos terwijl op hetzelfde moment het totaal aantal behandeldagen in de sector daalt, zegt Schukken.
Andere berekenwijze
Het antibioticagebruik bij vleeskuikens was vorig jaar 14 procent lager dan in 2013 volgens de GD, maar op grond van berekeningen van de SDa 21,1 procent hoger. De Autoriteit Diergeneesmiddelen (SDa) meet het antibioticagebruik op een andere manier dan de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) en daarom verschillen de uitkomsten.
Het gebruik van antibiotica bij vleeskuikenbedrijven in 2014 bedroeg volgens de berekening van de GD 15,1 behandeldagen per dierjaar (dd/dj). Dit is 14 procent lager dan in 2013 en 56 procent minder dan in 2009.
Behandeldagen per dierjaar
De GD berekent het antibioticagebruik aan de hand van behandeldagen per dierjaar terwijl de SDa alles doorrekent vanuit kilogrammen antibiotica. De GD berekent het aantal dieren dat behandeld is maal het aantal kuurdagen en deelt dit door het aantal dieren maal de leeftijd van de dieren (x 365).
De SDa berekent het aantal geleverde kilogrammen antibiotica en rekent dan hoeveel kg dier (in dit geval vleeskuikens) dat daarmee behandeld kan worden uit en deelt dit door het aantal dieren maal een standaard gewicht (bij vleeskuikens 1 kg).
Behandelgewicht omhoog gegaan
De SDa methode houdt dus geen rekening met het gewicht van de dieren bij behandeling zegt Schukken. Bij jonge dieren met een gewicht onder de 1 kg resulteert de SDa reken methode in een onderschatting van het aantal behandeldagen, en bij zware dieren boven de 1 kg resulteert dit in een overschatting, legt hij uit.
We weten dat in 2014 de gemiddelde behandelleeftijd van vleeskuikens behoorlijk omhoog is gegaan. Dit verklaart voor een behoorlijk deel het verschil in de cijfers van de SDa en van de sector.
Verdere verlaging noodzakelijk
Schukken benadrukte dat de aandacht niet te veel moet uitgaan naar de verschillen in rekenmethodiek, maar vooral naar de stagnatie in de daling van het antibioticagebruik. Overigens is het antibioticum gebruik in de vleeskuiken sector sinds 2009 wel met 56 procent gedaald, ook met de SDa rekenmethode.
Een prachtig resultaat, volgens Schukken, en een goede reden om ook dit jaar weer na te denken over een verdere verlaging.
Mogelijkheden voor verlaging
Mogelijkheden om het antibioticum gebruik verder te verlagen kunnen volgens Schukken gevonden worden in:
- Een verdere bewustwording van het gebruik, vooral bij de pluimveehouders en pluimveedierenartsen die ruim boven het gemiddelde zitten.
- Verder onderzoek naar voor de sector belangrijke aandoeningen die op latere leeftijd problemen geven.
- Het vaststellen van succesfactoren bij gunstig scorende bedrijven met gangbare houderij.
- Verder uitrollen van hele houderijsystemen waarbij het gebruik van antibiotica lager is. Daarbij valt bijvoorbeeld te denken aan de langzaam groeiende rassen die ook meer leefruimte krijgen.
Schukken gaf tenslotte aan dat de het belangrijk is om nu na te denken over de verdere daling van het antibioticagebruik in de pluimveesector. Een daling waar we tot nu toe heel succesvol in zijn geweest, ongeacht de rekenmethodiek."
Tijdens de discussie over de vleespluimveehouderij waren pluimveehouders en andere aanwezigen in de zaal het met Schukken eens dat het goed is om het antibioticagebruik verder te verlagen. Enkelen denken zelfs dat een antibioticavrije vleeskuikenhouderij mogelijk is.
Begint in de fokkerij
In de discussie tussen de aanwezigen in de zaal werd echter n wezenlijk onderdeel niet genoemd. Diergezondheid begint bij de fokkerij organisaties. Die moeten een opfokker gezonde kuikens leveren die gezonde vleeskuikenouderdieren worden en waar later gezonde vleeskuikens uit voortkomen.
Als het bij een fokkerij organisatie al fout gaat, is het makkelijk de pluimveehouder de schuld te geven van (hoog) antibioticagebruik, maar is dit onterecht omdat een pluimveehouder daar niks aan kan doen.
Zo signaleren vleeskuikenhouders en dierenartsen het afgelopen jaar meer problemen met kreupelheid bij vleeskuikens die door enterococcen-infecties worden veroorzaakt. Ook komt dit probleem bij n ras meer voor dan bij de andere rassen.
Gezondere vleeskuikens fokken
Volgens een aantal Nederlandse pluimveehouders moeten fokkerij organisaties zich erop richten om gezondere dieren te fokken. Dit gebeurd al gedeeltelijk. Zo hoeft bij scharrelvleeskuikens minder antibiotica worden ingezet dan bij reguliere vleeskuikens.
Wereldwijd is er echter vooral vraag naar reguliere vleeskuikens die snel groeien en efficit met voer omgaan. Fokkerij organisaties moeten daarom een goede balans vinden tussen diergezondheid en groei, ook al is dit niet eenvoudig.
Tekst: Tom Schotman
Groeide op een vleeskuikenbedrijf in het Achterhoekse Vragender op. Schrijft sinds augustus 2013 voor Pluimveeweb.nl, vakblad Pluimveeweb, Pigbusiness.nl, vakblad Pig Business en de regionale agrarische vakbladen van Agrio.
Tekst: Ynte Schukken
Beeld: Ingrid Zieverink