‘Nederlandse aanpak vogelgriep is verklaarbaar’
Dat zei Philipe Houdart donderdag 21 mei op het Symposium Hogere Pluimveegezondheid Vlees in het Brabantse Eersel. Houdart is directeur crisispreventie en beheer bij het Federaal Agentschap voor Veiligheid en de Voedselketen (FAVV), een enigzins vergelijkbaar instituut als de Nederlandse NVWA.
Daar waar Belgijaarlijks door 500.000 tot 600.000 trekvogels wordt bezocht is dat aantal in Nederland veel hoger, zegt Houdart. Daarmee is de kans op overbrenging van vogelgriep door trekvogels ook veel groter.
Bovendien zijn er in Nederland veel meer uitloopbedrijven dan in Belgiwaar slechts 10 procent van de bedrijven over uitloop beschikt. De situatie in beide landen verschilt, daarom is de andere aanpak van vogelgriep verklaarbaar, volgens Houdart.
20 kilometerzone
Naast een minimumpakket aan maatregelen dat in de hele EU geldt, kunnen lidstaten aanvullende maatregelen nemen. In de EU gelden de 3 en 10 kilometerzones rondom een besmet bedrijf.
Landen kunnen dan kiezen voor aanvullende maatregelen zoals de vier compartimenten waarin heel Nederland ten tijde van de vogelgriep verdeeld was. Bij een uitbraak kiest Belgihier niet voor, maar kiezen ze voor bufferzones van 20 kilometer rondom een besmet bedrijf.
Nederlandse compartimentering
Een compartimentering zoals in Nederland zou ook niet kunnen omdat het onze pluimveesector daarvoor te klein is. Dan zijn er bijvoorbeeld te weinig slachterijen in een compartiment, vertelt Houdart.
In Nederland was er veel kritiek om de compartimentering vooral vanwege het vervoersverbod voor eendagskuikens dat de sector miljoenen kostte. Achteraf is dat altijd makkelijk praten, zegt Houdart.De manier waarop de Verenigde Staten de vogelgriep nu aanpakt, levert nog niet het gewenste resultaat op. En achteraf hadden er wellicht ook dingen beter gekund in Nederland, maar je kunt alleen beslissingen nemen met de informatie die je dan beschikbaar hebt.
Ik sta nog steeds achter onze aanpak uit 2003 toen in Belgiongeveer 3 weken lang een algeheel vervoersverbod was. Houdart vindt dat de Europese aanpak goed is geweest en ook de Nederlandse omdat het virus snel een halt is toegeroepen.
Overleg met sector
Ten tijde van de vogelgriep gaat de FAVV in gesprek met de sector. Als de sector niet eens is met ons voorstel dan gaat het niet door, tenzij we er heilig van overtuigd zijn dat ons voorstel het beste is, gaf Houdart een belangrijk verschil met Nederland aan.
Belgiis ook in vredestijd alert om de insleep van vogelgriep te voorkomen. Zo moeten pluimveebedrijven met uitloop die in risicogebieden liggen hun uitloop permanent afschermen met netten. Ook moeten voer- en drinkplaatsen op uitloopbedrijven in heel Belgie continue worden afgeschermd met netten en mag oppervlaktewater niet als drinkwater worden gebruikt.
Pluimveehouders kunnen alleen zorgen voor een goede biosecurity op hun bedrijf door bijvoorbeeld niet iedereen in hun stal toe te laten, gaf hij de aanwezige pluimveehouders als boodschap mee.