Snijmaïs als strooisel in te zetten bij NB-vergunning Overijssel
Het toepassen van snijmaissilage als strooisel geeft een ammoniakreductie van ongeveer 40 procent ten opzichte van houtkrullen, tarwestro en koolzaadstro. Daarnaast komt minder voetzoollaesies en salmonella voor.
In de praktijk gelden wel voorwaarden om deze maatregel in te zetten bij de NB-vergunning, vertelt Gerard Migchels (Wageningen UR), codinator van het verzilvertraject binnen de Proeftuin.
Voorlopig is het alleen toegestaan om snijmasilage van 35 tot 40 procent droge stof te gebruiken dat op het eigen bedrijf gedroogd is. Het gebruik van extern gedroogd mastrooisel valt niet onder deze maatregel.
Verwarmingskosten 20 procent hoger
Voordat de kuikens geplaatst kunnen worden moet de ma in de stal verder gedroogd worden tot 85 tot 90 droge procent stof procent, legt Migchels uit. Het nadeel van de maatregel is dat de verwarmingskosten ongeveer 20 procent hoger worden.
Daarnaast willen we er zeker van zijn dat de snijma een goede emissie reducerende werking heeft, dus moet de snijma tenminste twee maanden ingekuild zijn geweest en een pH-waarde hebben van kleiner dan 4,3.
Meer informatie over de inzet van deze maatregel is te vinden op de website van Proeftuin Natura 2000 Overijssel.
Bijvoeren hele tarwe
Vanaf juli 2014 kunnen pluimveeveehouders in Overijssel al gebruik maken van deze maatregelen om hun ammoniakuitstoot te verlagen:
- Verlagen ruw eiwitgehalte in voer (vleeskuikens);
- Bijvoeren hele tarwe (vleeskuikens).
Kijkhiervoor een beschrijving van de maatregelen.
