‘EU-standaarden handhaven in TIPP’
Er is geen sprake van dat Europa het niveau van de consumentenbescherming ten opzichte van derde landen zal verminderen. Dat schrijven staatssecretaris Sharon Dijksma en Lilianne PloumenMinister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking in een Kamerbrief over de concurrentie positie van de Europese pluimveesector.
Aanleiding van de Kamerbrief waren onderzoeken van het Landbouw Economisch Instituut (LEI). Het LEI concludeerde dat handelsovereenkomsten de Europese pluimveevleessectoren legsector bedreigen.
Instemmen anders geen deal
Eerder maakte EU Landbouwcommissaris Phil Hogan ook al duidelijk voor zijn boeren in de bres te springen. Een voorbeeld daarvan zijn de TTIP-onderhandelingen met de VS. Hij zei ervoor te zorgen dat de Europese voedselstandaarden daar niet onder druk komen te staan. Als de VS niet met onze standaarden instemt, dan hebben we geen deal, zei hij. Zo simpel ligt het.
Hogan ziet de Europese voedselstandaarden als een concurrentievoordeel in een wereld waar de vraag om voedsel verder groeit. Wij zijn een efficite en concurrerende producent van kwaliteitsvoedsel, stelde hij, en dat geeft ons een voordeel in de internationale markt. Een voordeel dat Europa volgens hem niet moet verkwanselen in een handelsakkoord met de VS.
Geen nieuwe inzichten
De onderzoeken van het LEI, die elke twee jaar gedaan worden, leveren geen nieuwe inzichten op over de concurrentiepositie van de Europese pluimveesector ten opzichte van andere aanbieders op de wereldmarkt, concluderen Dijksma en Ploumen in de Kamerbrief.
Daarnaast merken wij op dat handelsliberalisatie in het algemeen ook leidt tot het openen van markten voor de Europese exporteurs in andere landen en tot kansen voor een vergroting van onze afzetmarkten, schrijven Dijksma en Ploumen. Liberalisatie is een tweezijdig proces en leidt tot een vergroting van de handelsstromen en per saldo welvaartswinst van alle partners.
Verder valt op dat de kosten van de hogere milieu-, gezondheid- en dierenwelzijnsstandaarden in de Europese Unie voor pluimveevlees relatief beperkt zijn (5,1 procent van de kostprijs). Deze leiden tot een hogere kostprijs van ons vlees maar hebben een beperkt effect op onze concurrentiepositie ten opzichte van andere goedkopere aanbieders, is te lezen in de Kamerbrief.
LEI rapporten
De belangrijkste conclusie uit het LEI rapport voor pluimveevlees is dat de kostprijs voor kipfilet in landen als Brazili Thailand, Argentini de VS en Oekrae significant lager ligt dan de Europese kostprijs.
Dit wordt grotendeels veroorzaakt door de gemiddeld 22 procent hogere voerkosten in de EU. Dankzij de EU-invoerheffing wordt de import van pluimveevlees nu nog beperkt.
De belangrijkste concurrenten op de wereldmarkt van eipoeder zijn Oekrae, de VS, Argentinien India die een kostprijs hebben die gemiddeld 20 procent beneden de Europese ligt. Dankzij de invoerheffing op eipoeder is de invoer in de Europese Unie tot nu toe beperkt.