‘Extra aandacht stalklimaat voorkomt ORT problemen’
Dat zegt analist Bert Brink van Plantema Veterinair Centrum in Hardenberg die al 33 jaar vleeskuikens en ander pluimvee onderzoekt in de sectiezaal. Je ziet overigens al een duidelijke teruggang in de ORT problemen doordat de afgelopen jaren veel verbetering is geboekt qua stalklimaat, zegt Brink.
Als ik schuim vind bij vleeskuikens dan zeg ik altijd tegen de pluimvee dierenarts dat die vleeskuikenhouder problemen heeft met het stalklimaat, vertelt Brink. Negen van de tien keer is dat ook zo en zegt de vleeskuikenhouder dat het klimaat een nacht niet goed was of doordat in de bewuste stal het klimaat vaker problemen geeft. De extra aandacht aan het klimaat voorkomt het gebruik van antibiotica.
Hoge afkeur
ORT kan voor hoge afkeur zorgen, mede doordat het voor vleeskuikenhouders op het oog niet te zien is dat kuikens ORT hebben. Om dit te constateren moeten ze kuikens open snijden of voor sectie aanbieden aan de dierenarts. ORT zorgt van september tot en met april voor de meeste problemen op vleeskuikenbedrijven omdat het stalklimaat dan het moeilijkst te regelen is.
ORT (Ornithobacterium rhinotracheale) is een ontsteking van de luchtzakken. Bij een infectie ontstaat een ontsteking van de longen en de luchtzakken, waarbij in de luchtzakken een troebele vloeistof ontstaat, die later kan indrogen tot een soort 'kaas'. Kuikens die ORT hebben worden daarom ook wel kaaskuikens genoemd.
Onvoorspelbaar verloop
Na verloop van tijd wordt dit 'kaas' weer door het immuunsysteem van het vleeskuiken afgebroken en worden de luchtzakken weer schoon. Echter is de tijd dat de kuikens zitten tekort voor het oplossen van deze pusplakaten. ORT-infecties kennen een onvoorspelbaar verloop. Soms verloopt de vorming van 'kaas' zeer snel en wordt het ook snel weer afgebroken.
In andere gevallen kan dit proces zeer langzaam verlopen. Indien vleeskuikens geslacht worden in de periode dat de luchtzakken ontstoken zijn, kan dit leiden tot verhoogde afkeur op polyserositis.