‘Onafgedekt stro vormt insleeprisico op eendenbedrijven’
Dat zei professor en onderzoeker Arjan Stegeman van de Universiteit Utrecht maandagavond 12 januari tijdens de NOP/ZLTO bijeenkomst over vogelgriep in Den Bosch. Stegeman is gespecialiseerd in dierziekten en doet sinds 2000 al onderzoek naar vogelgriep. Hij en zijn team van onderzoekers deden onlangs ook onderzoek op de getroffen bedrijven.
Bij eenden wordt tijdens een ronde veel stro bijgestrooid en op een aantal bedrijven ligt dit stro onafgedekt in open loodsen of buiten opgeslagen. Dit vormt een risico voor de insleep van vogelgriep.
Betere weerstand
Alle eendenbedrijven werden in november 2014 uit voorzorg onderzocht op de aanwezigheid van vogelgriep.De eendenbedrijven werden onderzocht omdat eenden drager kunnen zijn van vogelgriep, zonder dat er veel klinische verschijnselen waarneembaar zijn.
Vleeseenden hebben een betere weerstand tegen H5N8 dan ander pluimvee, zegt Stegeman. Een besmetting is gaat daarom minder goed zichtbaar. Bij een besmetting is de uitval veel lager en loopt deze minder snel op. Besmette eenden vertonen wel sloomheid.
Extra risico
In tegenstelling tot bij kippen zal het vogelgriepvirus daarom minder snel ontdekt worden door een dierenarts. Daarmee vormen eenden een extra risico op verspreiding van vogelgriep. Op de onderzochte eendenbedrijven werd eind november vorig jaar geen vogelgriep gevonden. Wel werd het virus een paar dagen daarvoor vastgesteld op een eendenbedrijf in Kamperveen.
Stegeman noemde het ook opvallend dat in Europa (Duitsland, Engeland en Nederland) relatief veel eendenbedrijven besmet zijn, mogelijk is dat te wijten aan besmet strooisel.De onderzoeker vertelde ook dat kalkoenen veel gevoeliger voor vogelgriep zijn dan kippen.