Bestrijdingsmiddelen in pluimveevoer
Bij controles van diervoeders van biologische bedrijven die zijn aangesloten bij Fstenhof zijn in 5 van de 29 monsters aanzienlijke overschrijdingen van de grenswaarden van pesticiden aangetroffen. Alle activiteiten van de bedrijven binnen het samenwerkingsverband zijn geblokkeerd.
Binnen Fstenhof zijn 11 biologische bedrijven met een combinatie van akkerbouw en leghennen verenigd. Gezamenlijk hebben deze bedrijven een veevoederfabriek.
Vanuit Nederland
Fstenhof heeft uit Nederland geporteerde zonnebloemkoek, besmet met gewasbeschermingsmiddelen, gebruikt in haar activiteiten.
Op 4 december werd duidelijk dat alle activiteiten van de betrokken bedrijven geblokkeerd moesten worden. Ook in voermonsters van 23 en 24 oktober en 4 november is een verhoogd niveau van bestrijdingsmiddelen aangetroffen. Hierdoor werd geconcludeerd dat de kippen niet slechts een korte tijd maar zeker twee maanden besmet voer hebben gegeten. Deze dieren en hun producten kunnen hierdoor niet meer als biologisch worden bestempeld.
De grondstof is ook in Nederland verwerkt in veevoer en gevoerd aan biologisch vee, waaronder pluimvee, varkens en koeien. Skal onderzoekt nog of het blokkeren van bedrijven in Nederland noodzakelijk is.
Verlies aan vertrouwen
Dr Till Backhaus, minister van Leefmilieu, Landbouw en Consumentenbescherming reageert geschokt op de huidige situatie: Ik ben zeer teleurgesteld door deze ontwikkeling. De voedselproducent in de omgang met diervoeders en levensmiddelen was niet helemaal eerlijk. Aan de ene kant kunnen we blij zijn dat de wettelijke controle goed heeft gewerkt. Anderzijds moeten we echter opmerken, dat zelfcontrole van bedrijven lange tijd niet werkte. Dat schokt me en is slecht nieuws voor de biologische landbouw als geheel. De producten mogen niet als biologisch worden verkocht. Het verlies aan vertrouwen is groot en kan worden beperkt door een absoluut transparant en consistent proces. Daarom roep ik alle voedselproducenten in ons land, zorgvuldig te inspecteren.
Tekst: Joyce Cornelissen
Beeld: Ellen Meinen