Emissiewaardes in 2015 verder omlaag
Ook veehouders die met vergunningen bezig zijn of ze net rond hebben, maar nog niet klaar zijn met bouwen, vallen vanaf 1 januari onder de strengere eisen. Dat is te lezen in het Ontwerpbesluit emissiearme huisvestingssystemen landbouwhuisdieren, die nu nog drie weken ter inzage ligt.
Daarna wordt over het voorstel met zienswijzen gestemd in de Tweede Kamer. De eisen gelden alleen voor nieuwbouw en uitbreiding van bestaande stallen met meer dan de helft van het staloppervlak.
Fijnstof eis
De extra fijnstof eis is opmerkelijk, vindt Sjaak van Schaik van adviesbureau Van Westreenen. Er zijn niet veel systemen beschikbaar om een fijnstofreductie voor elkaar te krijgen, behalve luchtwassers, warmtewisselaars en wasgordijnen. Maar die zijn erg kostbaar en het werkt daardoor direct enorm kostprijsverhogend in een sector waar de marges al krap zijn.
Biologische bedrijven
Ook biologische pluimveehouders moeten emissiearm gaan bouwen. Vooral opfokbedrijven en vleeskuikenbedrijven lopen daarin vast, vermoed Van Schaik. Opfokbedrijven moeten straks bijvoorbeeld mestbanden in de stallen bouwen om aan de eisen te voldoen.
Dit brengt door de vele kieren en gaatjes meer bloedluizen en andere nadelen met zich mee. Omdat biologische boeren niet chemisch mogen bestrijden, wordt het een stuk lastiger de veestapel gezond te houden en goede hennen te leveren.
Conflicterend
Voor de biologische vleeskuikenhouders gaat gelden dat ze in de praktijk minder diervriendelijk mogen zijn dan de biologische norm. Dit komt doordat bij toepassing van emissiereducerende technieken vaak een minimum aantal dieren per vierkante meter wordt voorgeschreven, dat hoger is dan het maximum aantal dieren dat mag worden gehouden volgens de biologische eisen. Dit conflicteert met elkaar, aldus Van Schaijk.
Leghennenhouders ook getroffen
Ook leghennenhouders worden nadelig getroffen, concludeert hij. De maximale uitstoot van ammoniak wordt bijna gehalveerd van 125 naar 68 gram.
Dat is op zich niet het ergste, maar door de fijnstofeisen moet een voliestal minimaal worden uitgevoerd met een grote warmtewisselaar. Dit brengt hoge kosten met zich mee, niet iedere pluimveehouder heeft de ruimte om een dergelijke grote installatie te plaatsen.
Voor boeren die in het vergunningentraject zitten of vergunningen net rond hebben is geen overgangsregeling getroffen. Boeren die op 1 januari nog niet klaar zijn met bouwen, hebben direct met strengere eisen te maken.
Uitzonderingen
IPPC-veehouderijbedrijven zijn vrijgesteld van de aanscherping tot 2020, aldus Van Schaijk. Hiervan is gezegd dat deze bedrijven tot 2020 mogelijkheden moeten krijgen om nieuwe systemen te ontwikkelen.
Lees meer in Agraaf en Stal&Akker die zaterdag 27 september verschijnen en in Vee & Gewas en Veldpost die 4 oktober verschijnen.