Mycoplasma synoviae vaccinatie kan infectie niet altijd voorkomen

M.s. is vaak in een kip aanwezig zonder dat de kiem aanleiding geeft tot ziekteproblemen. Slechts een beperkt aantal M.s.-stammen is ziektemakend en kan laesies veroorzaken zoals luchtzakontsteking, gewrichtsontsteking en eipuntschaalafwijkingen.

Een gevaccineerd koppel dat M.s.-besmet raakt, kan een risico zijn voor besmetting van andere (vrije) bedrijven. Het is bekend dat M.s. overgedragen kan worden van moederdieren op nakomelingen.

32 procent besmet

Recente monitoringsgegevens (2e kwartaal 2014) laten zien dat 32 procent (20/62) van M.s.-gevaccineerde vleesvermeerderingskoppels tevens besmet zijn met een M.s.-veldinfectie. Het is onbekend in hoeverre M.s.-vaccinatie de overdracht van moederdieren op nakomelingen (bijvoorbeeld van vleesvermeerdering naar vleeskuikens) van een M.s.-veldstam tegengaat.

Of vaccinatie bijdraagt in de vermindering van de uitscheiding van de kiem, zoals dit bekend is voor M.g., is nog onbekend voor M.s. De GD doet hier momenteel onderzoek naar. 

Hygiemaatregelen

M.s. komt weinig voor bij de fok (vlees en leg), legvermeerderings-, opfok-leg- en kalkoenensector. Dit resultaat is bereikt zonder toepassing van vaccinatie, echter wel door het toepassen van frequente monitoring, kanalisatie binnen de hele keten (inclusief broederijen), strikte hantering van hygiemaatregelen en het vrijwillig slachten van M.s.-besmette reproductiekoppels.

Lees voor meer informatie over M.s.-monitoring het artikel uit GD Pluimvee van juli 2014.