Column: Harry Ketels: Luis in de pels!
Beter gezegd: mijt in de veren of zoals we het allemaal beter kennen, bloedluis op de kip. Een eeuwenoud probleem, zo lijkt het wel en zeker op dagen zoals vandaag als ik dit schrijf, 25 tot 30 graden met een heel hoge luchtvochtigheid.
Een echte luis in de pels om de uitdrukking nog maar eens te gebruiken, zon klein beestje en zoveel ellende. Juist als je dan denkt het probleem onder controle te hebben, word je op dit soort dagen met de neus op de feiten gedrukt; waar komen ze in vredesnaam allemaal vandaan?
Een ramp
Maar belangrijker is de vraag; hoe raken we ze weer kwijt? Voor veel pluimveehouders is het een ramp en bij sommigen lijkt niets te helpen. Anderen hebben zelf een bestrijdingsmethode ontwikkeld van cola, knoflook tot opstoken of zetten via een commercieel bedrijf roofmijten, poeders of andere middelen in.
En die helpen allemaal een beetje. Soms een beetje meer, soms een beetje minder zoals op deze warme dagen. De echte oplossing is er nog niet. We dachten met nicotine er ooit een te hebben, maar die mag al lang niet meer. En er zijn nog meer middelen die nu nog mogen, maar op den duur misschien ook niet meer. Wie een echte oplossing vindt, kan daar veel geld mee verdienen.
Vogelmijtmonitor
Hoopvol was dan ook de tweet vorige week van Hugo Bens, voorzitter van de Begeleidingscommissie Bloedluis, waarin hij schrijft dat de NOP/LTO en de NVP elkaar hebben gevonden en tot overeenstemming zijn gekomen om de verdere ontwikkeling van de vogelmijtmonitor te ondersteunen. In bijna alle gevallen wordt te laat begonnen met de bestrijding en weten we niet hoe de stand van zaken in de stal is, behalve als het te laat is.
De begeleidingscommissie, en nu praat ik wat bevooroordeeld want ik zit er zelf ook op persoonlijke titel in, is al geruime tijd samen met de WUR bezig met de ontwikkeling van een geautomatiseerde vogelmijtmonitor. Met twee stappen vooruit en n, maar soms ook wel twee of drie weer achteruit, komt er nu toch schot in.
Het lijkt erop dat we de sleutel hebben om een teller te koppelen aan een monitoringstool, die deze gegevens vertaalt naar de bedrijfseconomische effecten van een vogelmijtpopulatie in een pluimveestal. Zoals gezegd er komt schot in, maar het dreigt vast te lopen op gebrek aan geld.
Nog weinig geregeld
Sinds de start van deze begeleidingscommissie, jaren geleden in gang gezet door Jan Vroegindeweij, Jan Wijnen en wijlen Ad Kon die iets later aanschoof met secretarie ondersteuning door het PPE, is er ontzettend veel werk verzet om de middelen bij elkaar te krijgen voor het starten van het onderzoek. Er zijn geen mogelijkheden onbenut gelaten om financiering van de grond te krijgen: Fonds Pluimveebelangen, PPE-onderzoeksgelden, STW, Topsectoren, maar ook van het bedrijfsleven.
In de blinde bezuinigingsdrang van deze regering na de motie van VVDer Aptroot in 2011 om de productschappen af te schaffen, moeten nu de taken voor het bedrijfsleven vrijwillig en voor eigen rekening worden uitgevoerd. Echter, de oude schoen wordt weggegooid en nu lopen we op blote voeten. Met andere woorden, er is nog weinig concreet geregeld.
Zelf geld ophoesten
We waren er zo aan gewend, we betalen heffing en van daaruit wordt het allemaal geregeld. We betalen nu geen heffing meer en moeten het als primaire sector zelf regelen, zo ook de Begeleidingscommissie Bloedluis. In die optiek is de tweet van Hugo Bens er niet zo maar eentje.
Ook met externe financie ondersteuning zullen we zelf nog het nodige geld moeten ophoesten om de luis de baas te worden en dan is de basis dat we het als sector ook zonder productschap eens kunnen worden om dit onderzoek te continueren.