‘Produceer samen 5 procent minder eieren’
Door de eierproductie te reguleren, komen vraag en aanbod in evenwicht en dat leidt tot een betere eierprijs, aldus Hermans. Wanneer de prijs in de supermarkt daalt, kopen consumenten niet meer eieren, ook al zakt de consumentenprijs met 5 cent per ei. De eierprijs is voor consumenten dus totaal niet belangrijk, daarom moeten leghennenhouders samen het aanbod beperken, licht Hermans toe.
Hermans noemde de Verenigde Staten als voorbeeld. Leghennenhouders in de VS verdienen al 7 jaar structureel geld doordat ze samen de productie reguleren. In een database worden alle uitgeleverde kuikens van broederijen verzameld. Op basis daarvan is de productie en dus de eierprijs van anderhalf jaar later te voorspellen. Wanneer de eierprijzen (dreigen te) dalen, laten pluimveehouders de hennen (eerder) slachten en gaan ze op vakantie.
Afspraken maken
De omschakeling naar nieuwe systemen is in de VS gebruikt om minder te produceren en meer te reguleren. Ruien van koppels is afgenomen van 70 naar 30 procent. In de VS houden 20 bedrijven 200 miljoen hennen en hebben daarmee een marktaandeel van 66 procent. Het geringe aantal bedrijven maakt het makkelijker om afspraken te maken, geeft Hermans toe.
Maar feit is dat er in Nederland ook iets moet gebeuren. De directeur noemde ook nog Oostenrijk en Engeland als voorbeelden waar leghennenhouders 12 en 9 eurocent per ei ontvangen. Volgens hem moeten leghennenhouders samen met pakstations een vuist maken tegen de te machtige supermarkten. Met 10 verkopers van eieren kan een supermarkt namelijk altijd een lage prijs afdingen.
Hermans benadrukte ook nog dat Nederlandse leghennenhouders technisch uitmuntend draaien in vergelijking met Amerikaanse bedrijven. In de VS is een tekort aan goede dierverzorgers, ze plukken dan bijvoorbeeld iemand weg bij een fastfoodketen die hamburgers bakte, dat is nog lang geen goede dierverzorger.
Tweederde deel weg
Dick Veerman van Foodlog.nl wil veel verder gaan dan Hermans. Hij wil tweederde van de voedselproductie weg hebben uit Nederland. Volgens hem is de legsector technisch failliet, als bankier zou hij er geen geld meer insteken. Hetzelfde geldt volgens hem voor de pluimveevleessector.
Boeren zouden naar groeiende landen zoals China moeten emigreren om daar bedrijven en (samen met retailers) voedselconcepten op te zetten, zegt Veerman. Chinezen willen samenwerken maar zij moeten er zelf ook voordelen van hebben, zoals werkgelegenheid. Hij vindt dit een betere optie dan voedsel naar die landen exporteren.
Veerman zei ook dat we voedsel veel te goedkoop hebben gemaakt en dat het landbouwbeleid finaal mislukt is. Volgens hem blijven er in de toekomst nog 10 of 11 boeren over in Nederland, die eigen merken hebben. Andere mensen uit de sector kunnen bij die 10 boeren gaan werken.
Verplichtingen bank
In de discussie gaf leghennenhouder en voorzitter van de NOP Eric Hubers aan dat hij zijn hennen nog niet gaat ruimen wanneer hij het voer en de variabele kosten kan betalen. Ik heb ook mijn financie verplichtingen en ben als leghennenhouder verantwoordelijk voor mijn eigen bedrijf, niet voor die van mijn collega leghennenhouders.