Subsidie IDS: vleeskuikenhouders eerst
Als dat toereikend is, kan ook subsidie worden toegekend aan melkvee-, vleesvee-, vleeskalveren,-, varkens-, konijnen- en overige pluimveehouders, inclusief eenden en kalkoenenhouders.
Doel van de subsidie
Met de subsidie worden bedrijven gestimuleerd om een integraal duurzame nieuwe stal te bouwen of om een verbouwing tot een integraal duurzame stal.
Het gaat om stallen die voldoen aan bovenwettelijke normen op het gebied van dierenwelzijn en daarnaast aan alle wettelijke normen voor milieu, energie, diergezondheid, landschappelijke inpasbaarheid en arbeidsomstandigheden. Voor pluimvee moet er uitloop voor de dieren zijn, al dan niet overdekt. Ook moet er daglicht in de stal zijn.
De aanvragen die het beste voldoen aan de criteria komen als eerste in aanmerking voor de subsidie. Een onafhankelijke commissie beoordeelt de investeringsplannen op een aantal punten. Op basis daarvan wordt beslist welke ondernemers subsidie ontvangen. Uiterlijk op 31 juli krijgt de aanvrager bericht over de toewijzing en hoogte van het bedrag.
Subsidiabele kosten
Het gaat om maximaal 45 procent van de totale subsidiabele kosten. Als er in vergelijking met de gangbare normen extra gevesteerd wordt in dierenwelzijn, dan komen ook de meerkosten voor arbeidsomstandigheden, diergezondheid en milieu (ammoniak, fijnstof en energie) voor subsidie in aanmerking.
Meerkosten, ten opzichte van de kosten van gangbare investeringen, die voor subsidie in aanmerking komen zijn:
- de kosten voor de bouw of inrichting van integraal duurzame stallen;
- de kosten voor verbetering van bestaande stallen tot integraal duurzame stallen;
- de montage- en installatiekosten.
Niet in aanmerking komen onder meer investeringen waarvoor al een andere subsidie is verleend. De stal moet uiterlijk eind februari 2015 gerealiseerd zijn.
Meer informatie: klik hier.