‘Constant een goede drinkwaterkwaliteit’
Het drinkwater uit de nippels van de kuikens moet zo goed schoon zijn dat je het zelf ook zou drinken, zegt Van de Kruijs. Goede drinkwaterkwaliteit is essentieel voor pluimvee, mijn dieren zijn daardoor gezonder zodat het antibioticagebruik op mijn bedrijf daalt. Hij heeft een divers bedrijf. Naast 90.000 vleeskuikens, houdt hij 62.000 scharrelleghennen en 80.000 opfok scharrelhennen.
Alle drie locaties, met ieder een eigen diergroep, liggen in een straal van 5 kilometer rondom Nederweert. De dagelijkse werkzaamheden worden door hem, zijn vrouw Jolanda en 2,5 fulltime medewerkers van AB Limburg gedaan.
Constant bijhouden
Op elke locatie spoelt de pluimveehouder na afloop van iedere ronde de gehele drinkwaterinstallatie met waterstofperoxide-perazijnzuur. Dit middel reinigt de drinknippellijnen en de rest van zijn drinkwaterinstallatie. De dieren beschikken dan direct over schoon drinkwater. Drinkwaterkwaliteit behoeft echter de gehele ronde aandacht, pretendeert de Limburger.
Hij zet daarom sinds acht jaar op iedere locatie het product Di-o-Clean van Schippers uit Bladel in. Dit middel voegt hij de gehele ronde, behalve tijdens het enten, toe aan het drinkwater van zijn pluimvee. Het middel heeft een reinigende en desinfecterende werking. Door het gebruik van het middel kan een biofilm in een waterleiding worden voorkomen. Dit is een glibberige laag in een waterleiding, die bestaat uit ijzer- en mangaandeeltjes, waarop zich bacteri, schimmels en gisten hechten. Een biofilm is een bedreiging voor de gezondheid van pluimvee.
Van de Kruijs laat het drinkwater twee keer per jaar onderzoeken in een laboratorium. Hij maakt op alle drie locaties gebruik van grondwater. Hij laat zowel het water afkomstig van de bronwaterinstallatie onderzoeken als ook het water uit de drinklijnen in de stallen. In de stal tapt hij water aan het eind van de drinknippellijn af. De dieren drinken het water uit de nippels, daarom moet je water aftappen van een nippel of aan het eind van een drinklijn, zegt de pluimveehouder. Het water afkomstig van de bron moet ook worden gecontroleerd omdat een eigen bron kan vervuilen.
Kwaliteit is goed
Het water uit de drie eigen bronnen is goed. Hij maakt gebruikt van gesloten ontijzerings-installaties. Deze halen behalve ijzer, ook kalk, mangaan en nitriet uit het bronwater. Uit de onderzoeken van de laatste vijf jaar, blijkt dat de drinkwaterkwaliteit op alle drie locaties goed is.
De pluimveehouder voegt nu nog af en toe chloor toe aan het water om coccidiose bij zijn dieren te voorkomen. Chloor heeft echter alleen een desinfecterende werking en geen reinigende. Tevens gebruikt hij het middel tijdens het nuchter zetten van de vleeskuikens voor aanvang van het uitladen. Zo rem ik de waterconsumptie, direct na afloop van het laden is de voeropname dan beter, omdat ze minder water hebben gedronken.
Een kuiken drinkt meer water dan dat het voer eet. In vergelijking met de managementfactoren voer, klimaat en strooisel, krijgt de drinkwaterkwaliteit op pluimveebedrijven vaak te weinig aandacht, zegt Van de Kruijs. De pluimveehouder kan niet zeggen hoeveel zijn technische resultaten verbeterden, nadat hij meer aandacht aan drinkwaterkwaliteit besteedde.
Zijn gevoel is echter dat dit van grote invloed is. Hij draait technisch goed. Het aantal eieren per opgezette hen op 72 weken lag op 330 stuks. De voederconversie na 44 weken was 1,88. De top van het legpercentage lag op 97,8 procent.
Het gemiddelde gewicht van de vleeskuikens was tijdens de eerste ronde 2,412 kg. Ze werden na 41 dagen afgeleverd, voor die tijd laadde hij 20.000 van de 90.000 vleeskuikens uit. De voederconversie na afloop van de ronde was 1,621, met 1.500 gram lag deze op 1,256.
Uitslag water onderzoek
Aeroob kiemgetal: <10 kve/ml (norm: ? 100.000) E.coli: < 1 (norm: ?100) Hardheid: < 1D (Norm: ? 20)
IJzer: < 0,1 mg/l (norm: ?2,5) Mangaan: < 0,1 (norm: ? 2,0) Nitriet: < 0,05 mg/l (norm:? 1,0) pH: 6,6 (norm: 4 - 9)
Zelf drinkwater testen
De GD adviseert pluimveehouders vier maal per jaar de kwaliteit van drinkwater te laten onderzoeken. Om een eerste indruk van de drinkwaterkwaliteit te krijgen, kan een pluimveehouder ook zelf een monster nemen: Vul een doorzichtig en schoon potje met leidingwater uit de kraan en gebruik dit als referentiepotje. Vul daarna per stal twee doorzichtige potjes met water: n aan het begin van het drinkwatersysteem (in de voerruimte) en n aan het eind van het drinkwatersysteem.
Wanneer er een eigen filterinstallatie aanwezig is, adviseert de GD ook nog een potje te vullen vlak na deze installatie. Sluit vervolgens de potjes, schudt ze even goed en laat ze ongeveer n uur staan. Plaats de potjes met de watermonsters en het referentiepotje in goed licht tegen een witte achtergrond en beoordeel vervolgens het water. De watermonsters dienen op de volgende vijf kenmerken te worden beoordeeld: geur, kleur, helderheid, bezinksel en ijzer.
Goed water is geheel helder, geur- en kleurloos, bevat geen bezinkseldeeltjes en ijzervlokken. Ook als water goed uit de test komt, kan de chemische en/of microbie samenstelling niet goed zijn voor de dieren. Door de toevoeging van middelen zoals antibiotica, zuren en vitaminen kunnen er schadelijke bacteri, schimmels en gisten ontstaan die met het blote oog niet te zien zijn. De GD adviseert daarom vier maal per jaar de kwaliteit van drinkwater in een laboratorium te laten onderzoeken. Meer informatie hierover is te vinden op de website van de GD.
Bedrijfsgegevens
Antoine van de Kruijs (45) zit samen met zijn vrouw Jolanda (42) in een vof. Ze houden op drie locaties pluimvee. In Swartbroek - Weert houden ze 90.000 vleeskuikens, in Schoor - Nederweert 62.000 scharrelleghennen en in Laar Weert hebben ze 80.000 opfokplaatsen voor scharrelhennen.