Gestaag groeiend vleeskuiken in trek
Als we op dag n aankomen in de stal, liggen er strobalen om in te pikken. Ook strooit de pluimveehouder regelmatig graan zodat we lekker kunnen scharrelen. We leven met vijftien kuikens per vierkante meter en natuurlijk dag- en nachtlicht bereikt ons via de doorschijnende golfplaten. Op het menu staat 24 uur per dag water en energiearm, plantaardig voer. We groeien 40 tot 45 gram per dag terwijl onze reguliere soortgenoten dagelijks wel 60 tot 65 gram groeien.
Dit is een fictieve beschrijving van een dag uit het leven van een langzaam groeiend vleeskuiken van het Gildehoen. Het is een concept van voerleverancier ForFarmers Hendrix, broederij Morren en slachterij Esbro. In minimaal 49 dagen groeien de vleeskuikens, afkomstig van Hubbard-moederdieren, naar een streefgewicht van 2.200 gram. Ter vergelijking: een regulier vleeskuiken bereikt gemiddeld bij 38 dagen al dat gewicht.
Geen ster
Het idee voor het Gildehoen-concept zag in 2010 al het levenslicht als reactie op de thema's dierenwelzijn en antibioticagebruik die in die periode tot steeds meer maatschappelijke discussie leidden. Inmiddels heeft het Gildehoen al twintig deelnemende pluimveehouders, verdeeld over heel Nederland en zelfs Duitsland. We wilden een statement maken en een diervriendelijk product in de markt zetten waarmee zowel de consument, de pluimveehouder als de Dierenbescherming kan leven, vertelt Jan Tjassens, verkoopleider vleespluimvee ForFarmers Hendrix.
Opvallend is dat er, in tegenstelling tot andere vergelijkbare concepten, bewust is gekozen om geen gebruik te maken van een buitenuitloop. Zo voorkomen we forse investeringen voor de pluimveehouder en blijft de consument een nog hogere prijs bespaard. Ook lukt het lang niet om in iedere gemeente een uitloop te realiseren. Een vergunning krijg je niet overal.
Maar juist het ontbreken van die uitloopmogelijkheid is voor de Dierenbescherming reden om de vleesproducten geen ster te geven. We hebben er alles aan gedaan om een hele of halve ster te krijgen, maar dat is niet gelukt. Het is daarom lastiger om de consument te bereiken met ons diervriendelijke product en dat laten we daarom over aan de supermarkten en slagers.
Slachterij Esbro uit Doetinchem (Gld.) slacht op dit moment wekelijks 20.000 Gildehoen-vleeskuikens. Het vlees belandt vervolgens bij Nederlandse (keur)slagers, poeliers en enkele supermarkten in de schappen. Tjassens moet toegeven dat hij op een aantal van 100.000 had ingezet. Maar het gaat ons niet om volume, want het zal toch waarschijnlijk een nichemarkt blijven, voorspelt de verkoopleider. Logisch, want met de reguliere houderij is niets mis. Gildehoen is alleen een marktconcept. Belangrijk is dat de consument nu de keuze heeft uit regulier, Gildehoen en biologisch.
Geen antibiotica
Een vleeskuikenhouder die deelneemt aan Gildehoen krijgt op dit moment 1,15 eurocent per kg uitbetaald in tegenstelling tot de 0,95 eurocent die een reguliere vleeskuikenhouder nu krijgt. E van die deelnemers is Eric Brunen uit Swifterbant. Per saldo verdien ik evenveel als een reguliere kuikenhouder, laat hij weten. Op dit moment verdien ik iets meer aangezien de prijzen van het reguliere vlees onder druk staan.
In de stal van Brunen scharrelen pas een jaar langzaam groeiende vleeskuikens, 23.000 stuks in totaal. Daarvoor was hij van 1999 tot 2011 regulier vleeskuikenhouder met 33.000 kuikens per koppel. Ik was wel eens toe aan iets anders, vertelt de Swifterbantenaar. Het sukkelde de laatste jaren maar door en ik was ook wel klaar met de hoge uitval en pootproblemen.
Over uitval gesproken: de gemiddelde uitval lag de afgelopen zes rondes op 1 tot 1,5 procent per ronde. Bij regulier lag dat percentage op 3,5 of meer. Brunen is te spreken over het kuiken dat sterk op de poten staat en vitaler is dan zijn reguliere soortgenoten. Er zijn dagen dat ik er geen ziek of dood dier uithaal en daar haal ik voldoening uit. Verder heb ik al die zes rondes nog niet n keer antibiotica gebruikt.
Toch is er voor Wakker Dier geen verschil tussen reguliere vleeskuikens en de gestaag groeiende variant. Twee maanden geleden bezocht Brunen een consumentenprogramma en sprak daar met mensen van Wakker Dier. Wij doen met dit concept wel degelijk wat aan dierenwelzijn, maar Wakker Dier wil gewoon dat de dieren naar buiten kunnen. Omdat bij Gildehoen de kuikens geen uitloop hebben, is er volgens die organisatie geen verschil, maar dat is absoluut niet waar.
Geen gevolgen
Voor alle duidelijkheid: zowel Tjassens als Brunen vinden dat er niets mis is met de reguliere vleeskuikenhouderij en zien het Gildehoen puur als een uitbreiding van het bestaande assortiment. Die mening deelt regulier pluimveehouder Gerard Witlox uit Tienray. Dertig jaar geleden begon hij met 25.000 vleeskuikens, inmiddels zijn dat er 250.000. Er is met de campagne 'de plofkip' geprobeerd ons in zeer kwaad daglicht te stellen, maar dat heeft voor het koopgedrag van de gemiddelde consument weinig tot geen gevolgen als de supermarkten het reguliere vlees blijven aanbieden, vertelt de Limburger. De consument moet ook kunnen kiezen voor het reguliere product.
De term duurzaamheid is volgens hem het belangrijkste argument om te kiezen voor regulier. Daaronder verstaat hij: zodanig produceren dat de volgende generatie ook wat overhoudt. Wij produceren als reguliere kuikenhouders vele malen duurzamer dan onze collega's, zegt hij. Zo worden er in de gangbare vleeskuikenhouderij minder grondstoffen gebruikt (lagere voerconversie), is er een lagere ammoniakproductie per kg vlees en is er minder oppervlakte grond nodig om de dieren te houden. En we doen niets verkeerds, want de productie vindt plaats onder Europees vastgestelde normen.
De eerder gestelde uitvalspercentages en gegevens over medicijngebruik nuanceert Witlox enigszins. Hij heeft naar eigen zeggen een gemiddelde uitval van 2 procent. Die percentages zijn de afgelopen jaren teruggelopen door een vitaler eendagskuiken, beter voer en betere klimaatbeheersing. Wat medicijngebruik betreft: vorig jaar heeft Witlox van de 14 koppels slechts bij 2 koppels antibiotica moeten inzetten. We zijn op de goede weg. Het enige waar ik bang voor ben, is dat nieuwe concepten, zoals Gildehoen, de basis worden voor regelgeving in Nederland bovenop de Europese regelgeving. Dat is de doodsteek voor onze sector.
Tekst: Sjoerd Scholten
Beeld: Carolien Tiernego