‘Hollandse kipfilet behoort tot de top’
Er is iets aan de hand met door de Consumentenbond onderzochte kipfilets is te lezen in het maartnummer van de Consumentengids. In Nederlandse kipfilets heeft onderzoeksbureau Rikilt onbekend materiaal aangetroffen, dat lijkt op watervasthoudende stoffen. In 1 op de 3 kipfilets uit de supermarkt zou materiaal zijn aangetroffen, dat er niet in thuis hoort. Aan verse kipfilet mag immers niets worden toegevoegd, behalve als dat op het etiket staat vermeld.
De Consumentenbond laat alle alarmbellen rinkelen en publiceert een persbericht. Maar volgens Rikilt is eerst nader onderzoek nodig is voor het trekken van conclusies. Ondertussen stijgt de verontwaardiging en boosheid bij Nederlandse pluimveehouders. Ook de Nederlandse Pluimvee Industrie (Nepluvi) en het Productschap Pluimvee en Eieren (PVE) kunnen niet geloven dat de Consumentenbond toch tot publicatie van het onderzoek overgaat. Meerdere malen verzoeken ze om te wachten met het naar buiten brengen van het onderzoek.
Met gedegen onderzoek is niets mis, maar dan moet het wel wetenschappelijk onderbouwd zijn. De Consumentenbond is hierin zeer onzorgvuldig. Het onderzoek van Rikilt is uitgevoerd volgens een nieuwe methode. Bovendien was het onderzoek nog niet geaccrediteerd en toch gaat de Consumentenbond over tot publicatie. Ongelooflijk. De arrogantie is zo groot, ik denk niet dat ze hun ongelijk ooit erkennen. Daar heb ik een hard hoofd in, reageert Jan Odink van de Nepluvi.
Odink geeft aan dat Nepluvi, in tegenstelling tot eerdere berichtgeving, geen juridische stappen gaat ondernemen richting de Consumentenbond. Een nog betere verhouding met de Consumentenbond staat voor ons voorop. We gaan ervan uit dat de bond voortaan zorgvuldiger te werk gaat en dat dit niet nog eens gebeurt.
Detecteerbaar
Van erkenning van ongelijkheid wil de Consumentenbond inderdaad niets weten. Wij staan volledig achter de resultaten van het Rikilt en we waren zeker niet te vroeg met publiceren. We beweren niet dat er water aan de kipfilets is toegevoegd. Dat kan ook iets anders zijn. Het wijkt af en het lijkt op waterhoudende stoffen, dat hebben we in onze gids vermeld, weet Marcel van Beusekom van de Consumentenbond.
Volgens van Beusekom heeft het Rikilt bewust gekozen voor aan afwijkende onderzoeksmethode. De gebruikelijke methoden kijken naar de verhoudingen in de kipfilet en deze nieuwe methode geeft afwijkingen aan.
Op de website van het Rikilt is te lezen dat de officie Europese methode voor onderzoek naar toevoeging van water in kipfilet niet toereikend is. Deze methode meet de verhouding tussen de hoeveelheid water en de hoeveelheid eiwit in de kipfilet. Deze methode detecteert dus de toevoeging van water. Om het water in het vlees te laten zitten, moeten andere stoffen tegelijk met het water worden gejecteerd. Als water en deze andere stoffen dus in dezelfde verhouding worden toegevoegd zoals die normaal gesproken in kipfilet is, is de exacte
toevoeging van water dus niet detecteerbaar, luidt de uitleg van Rikilt.
Odink vindt het onzin dat het Rikilt voor een afwijkende onderzoeksmethode heeft gekozen. Er zijn genoeg andere methoden die heel goed kunnen aantonen of er water is toegevoegd aan kipfilet. Bovendien zijn die methoden veel beter geschikt en w geaccrediteerd. Opvallend is dat ze weigeren gedetailleerde info te geven over de toegepaste methode. Dat geeft al aan dat er een kink in de kabel zit.
Halve waarheden
De Consumentenbond wil dat de Voedsel en Waren Autoriteit nader onderzoek doet bij leveranciers. Van Beusekom: Zij moeten er nader in duiken en onaangekondigd slachterijen bezoeken om te kijken hoe de kipfilets worden behandeld. Volgens Odink gebeurt dat nu al regelmatig. Jammer dat de Consumentenbond daar niet van op de hoogte is. Ze zijn ieder moment welkom in de slachterijen en daar maken ze dan ook geregeld gebruik van. De Consumentenbond heeft onze uitnodiging om slachterijen en vleesverwerkende bedrijven te komen bezoeken afgewezen.
Een jammerlijke zaak, vindt Huib van de Vecht, directeur van Gecombineerde Pluimvee Slachterijen in Nunspeet. De Voedsel en Waren Autoriteit komt regelmatig monsters nemen in de slachterij. Nu worden we er ten onrechte van beschuldigd dat we kipfilets vol met water spuiten. Van de Vecht maakt zich niet zo druk om de negatieve publiciteit rondom Nederlandse kipfilet. De vleesconsumptie lijdt er niet onder, daar ben ik van overtuigd. Toch lijkt het de normaalste zaak van de wereld te worden om sectoren in de vleesindustrie te beschadigen.
Het is niets meer dan mensen op het verkeerde been zetten met iets dat niet zo is. Ik denk dat er niets anders opzit dan dat we daarmee moeten leren leven. Van de Vecht vindt ook dat de Consumentenbond het onderzoek niet had mogen publiceren. Het zijn halve waarheden die erin vermeld staan. Dat Nepluvi een rechtzaak overweegt is te begrijpen, al denk ik niet dat het veel uithaalt. Ik zou het er gewoon bij laten.
Tegenonderzoek
Het Productschap Pluimvee en Eieren (PVE) is teleurgesteld in de Consumentenbond en het Rikilt. Het onderzoek had nooit gepubliceerd mogen worden, vindt woordvoerder Dvan de Riet. Vreemd dat de Consumentenbond dit toch heeft doorgezet. We hebben grote vraagtekens bij het onderzoek, vooral omdat het Rikilt vindt dat nader onderzoek nodig is. Gevolg is wel dat de pluimveesector een enorme deuk heeft opgelopen en dat maakt ons zo boos.
Dat er niets mis is met Nederlandse kipfilet, weet Van de Riet zeker. Uit tegenonderzoek van de Gezondheidsdienst voor Dieren en de Universiteit van Utrecht blijkt Nederlandse kipfilet beter dan ooit te zijn. Nederlandse kipfilet behoort tot de top. De besmettingspercentages van salmonella liggen onder de 1 procent en liggen daarmee ver onder het Europese gemiddelde. Het tegenonderzoek toont bovendien aan dat het Rikilt-onderzoek niet voldoet.
Het PVE, de Nepluvi en vele Nederlandse pluimveehouders vinden dat niet alleen dat de sector onterecht door het slijk wordt gehaald, ook de geloofwaardigheid van de Consumentenbond is hun ogen flink geslonken. Van de Riet: Ze slaan de plank volledig mis en kunnen zich het tegenover hun leden niet permitteren om zo klakkeloos onderzoeksgegevens te publiceren. Hier is het laatste woord nog niet over gezegd.