Pluimveehouder bouwt innovatieve stal
Paul Grefte is pluimveehouder, maar vooral ondernemer. Zijn pluimveebedrijf is verdeeld over drie locaties. Zijn vader begon in 1963 met het houden van vleeskuikens in Hengevelde en Paul nam het bedrijf in 1993 over en startte in 1996 een tweede pluimveehouderij in Markelo. In 2007 kocht hij een pluimveebedrijf in Ruurlo om daar in 2009 een nieuwe stal te bouwen. Het waren vooral de ervaringen met de bouw van de stal in Ruurlo, die Paul op het idee brachten zijn bouwkennis en -ervaring te gebruiken om andere vleeskuikenhouders te ondersteunen bij hun bouwplannen.
Op 1 januari 2012 begon hij met het bedrijf SunBro B.V., dat zich richt op het gehele bouwtraject van innovatieve en duurzame stallen in de vleeskuikenhouderij; vanaf het eerste initiatief tot aan de uiteindelijke sleuteloverdracht en met after-sales dienstverlening. De basis van SunBro is het stalconcept dat Paul samen met andere partijen, waaronder Inno+, heeft ontwikkeld op zijn eigen locatie in Ruurlo volgens het Terra Sea-systeem.
Efficiter en goedkoper
Met SunBro richt ik mij op innovatieve en duurzame stalsystemen. Ik weiger om traditioneel te bouwen, geeft Paul Grefte aan. Ik wil duurzame stallen bouwen die voor de komende 25 jaar klaar zijn. Je kunt afwachten of voor de muziek uitlopen. Dat laatste doen wij. Zaken als milieu, energieverbruik, welzijn, antibioticagebruik en efficiency zijn belangrijk. In het stalconcept met het Terra Sea-systeem los je al deze problemen voor 100 procent op.
De bedrijfsnaam staat voor Sun, Sustainable en Broiler (vleeskuiken). Van zijn eigen stal in Ruurlo heeft Paul een stalconcept gemaakt, dat hij aanbiedt via SunBro. Een concept heeft het voordeel dat alle kinderziekten en kosten al zijn uitgekristalliseerd en dat er efficiter en goedkoper kan worden gebouwd. Een SunBro-stal onderscheidt zich volgens Paul op het gebied van bouwefficitie van een traditionele Terra Sea-stal.
Hier ligt dan ook de kracht van het concept. Zijn eerste opdracht is bij pluimveehouder Dick Schieven in Zieuwent. Nadat ik met de stal in Ruurlo klaar was, kwamen mensen kijken, vertelt Paul. Dick Schieven had plannen om pluimveestallen voor 80.000 vleeskuikens te bouwen. Bij hem bouw ik nu het nieuwe stalconcept. Hij heeft zelf de vergunningen geregeld en ik doe de uitvoering.
Van A tot Z
Tijdens de bouw van zijn eigen stal liep Paul tegen een groot aantal zaken aan, die hij allemaal moest oplossen en die ervaring gebruikt hij nu als projectmanager. Ik heb inmiddels verstand van bouwen en ben ook nog eens pluimveehouder. Er is zoveel te koop en te regelen dat een boer door de bomen het bos niet meer ziet. Zeker wanneer je je richt op duurzame stalconcepten. Slechts 50 procent van de totale kosten bestaat namelijk uit bouwkosten, de rest is inventaris. Je moet dan denken aan warmtepompen, luchtwastechnieken en erg veel warmtewisselaars.
Om het stalconcept overzichtelijk te houden, werken we met vaste stalafmetingen. Langer of korter bouwen kan wel maar met stappen van 5 meter. Hierdoor voorkom je tijdens de bouw verrassingen en je kunt goed calculeren. Op deze manier hoeft een veehouder niet met een open begroting te werken. Prijs is prijs. Dit werkt weer prettig voor banken. Er is geen risico dat een project het budget overschrijdt.
Projectmanager
Een projectmanagementbureau heeft naar de ervaring van Paul in de landbouw echt een bestaansrecht om de boer te ondersteunen bij de bouw en alles van A tot Z te doen. 80 procent van de bouwkosten bestaat uit staal, beton, dak en wand. Die koop ik als SunBro rechtstreeks in. De kleine bouwmaterialen worden in overleg met mijn bouwcodinator geleverd en hij zorgt ook voor de zzpers op de bouwplaats. Om een bouw helemaal zelf te regelen, is niet te doen voor mij. Ik heb goede mensen nodig. Nu werk ik samen met een team van mensen dat ik goed ken en waar ik alleen maar positieve ervaringen mee heb.
Wij regelen de subsidieaanvraag, vergunningen, de realisatie van de bouw en het leveren en installeren van voer- en drinksystemen. Allemaal in overleg met de pluimveehouder. We kiezen voor duurzame materialen, bewezen technieken met goede prijs-kwaliteitverhouding, degelijk en slim bouwen. De stal heeft brandklasse B of lager, want we weigeren om stallen te bouwen die brandonveilig zijn. Omdat het klimaat in een SunBro-stal anders wordt gemanaged dan in een traditionele stal, komt er vanuit het SunBro-stalconcept een ventilatiedeskundige de pluimveehouder een jaar lang assisteren. Dit om hem de stal eigen te maken.
Stalconcept Terra Sea
Al in 2005 kwam pluimveehouder Paul Grefte uit Hengevelde in aanraking met het Terra Sea-systeem, waarvan in Brabant de eerste stal stond. In het Terra Sea-systeem wordt de buitenlucht voordat het de stal ingaat op de ideale staltemperatuur gebracht door warmtewisselaars in de buitenwand. Afhankelijk van de buitentemperatuur wordt de lucht voorgekoeld of voorverwarmd. Voor dit verwarmen of koelen wordt gebruik gemaakt van een warmtepomp in combinatie met aardwarmte via enkele kilometers lang, horizontaal leidingnet dat op vier meter diepte in het grondwater ligt, maar het is ook mogelijk om de restwarmte via de luchtwasser uit de ventilatielucht van de stal terug te winnen en de binnenkomende lucht op te warmen.
Door het Terra Sea-systeem kan de capaciteit van de luchtwasser aanmerkelijk lager worden. De aardwarmte is gekoppeld aan de warmtewisselaars in de buitenmuur waar de binnenkomende lucht doorheen stroomt. Vervolgens komt de geconditioneerde lucht via een centrale gang en luchtinlaatventielen in de stal. Een groot voordeel van dit systeem zijn de lage energiekosten en constante temperatuur.
Paul: Het systeem werkte goed, maar ik vond de uitvoering in Brabant niet goed en heb vervolgens een andere stal getekend met een centrale afzuiging in de nok van het dak en een andere constructie van de warmtewisselaars, die nu in de spouw zijn geplaatst. De staltemperatuur is constant met een goed klimaat. In de stal in Ruurlo heb ik ook vloerverwarming, want kuikens hebben een temperatuur nodig van 30 graden. Naarmate ze ouder worden, neemt die behoefte af, maar door de mestophoping ontstaat broei en neemt de vloertemperatuur juist toe, terwijl 30 graden vloertemperatuur optimaal is.
17 euro per dierplaats
Daarbij ademt de kip vocht uit om de lichaamstemperatuur op peil te houden. Bij een hoge luchtvochtigheid raakt een kip oververhit. Met het Terra Sea-systeem blijven de temperatuur en klimaat optimaal. Het haalt gemakkelijk het vocht uit de lucht. Ik heb geen sproeiers nodig en de curve van de ventilatoren blijft constant. Er is nauwelijks verschil tussen dag en nacht en zomer en winter. Overigens wordt de warmte uit vloer ook weer naar de warmtewisselaars gestuurd.
Met 16 tot 17 euro per dierplaats liggen de bouwkosten van de stal hoger dan van een traditionele stal met 12 euro per dierplaats. Maar in de traditionele stal zitten geen luchtwasser, vloerverwarming en geen warmteterugwinning. De vier euro extra bouwkosten resulteren in aanmerkelijk lagere energiekosten, minder uitstoot, minder uitval door ziekte of hittestress, lagere dierenartskosten minder antibioticagebruik door een beter klimaat en betere resultaten.
Paul: De energiekosten liggen bij mij in Ruurlo op ongeveer 4 cent per afgeleverd dier. In een traditionele stal is dat 8 tot 9 cent. De extra investering verdien je dus terug op basis van het energieverbruik. Een ander voordeel is het enorme fiscale afschrijvingspotentieel. Omdat de stal onder de Maatlat Duurzame Veehouderij valt, mag hij naar de nul worden afgeschreven en is MIA/Vamil van toepassing. Dit geeft een extra afschrijvingspotentieel van 77 procent. Wat wellicht nog belangrijker is, doordat de stal altijd een constant klimaat heeft, zal er bij de pluimveehouder en zijn kuikens nooit sprake zijn van stress. Zeker niet op hete zomerdagen. Dat verhoogt het werkplezier aanzienlijk.