De kip van morgen
Wat houdt de kip van morgen precies in?
Onder druk van actiegroepen als Wakker Dier willen supermarkten en het productschap tot een duurzamere kipvleesproductie komen. In het persbericht schrijven beide organisaties dat het gaat om alle kippen in de supermarktschappen en dat moet in 2020 zijn gerealiseerd. Het is niet helemaal duidelijk of dat ook daadwerkelijk zo is, want de Nederlandse Vereniging Pluimveehouders, die ook betrokken was bij de gesprekken, zien het meer als een tussensegment dat naast het reguliere vlees komt te liggen.
Vanaf 2015 kunnen de eerste vleeskuikenhouders de eerste dieren gaan leveren. Daar zitten wel wat extra eisen aan, zoals maximaal 19 dieren per vierkante meter (nu 21), afleidingsmateriaal in de vorm van strobalen of graankorrels en duurzame voeding in de vorm van gecertificeerd sojaschroot.
Geldt deze verandering voor alle vleeskuikenhouders?
Nee. Het ligt eraan of je mee gaat doen of niet, want het is vrijheid blijheid. Ongeveer 25 procent van de Nederlandse vleeskuikenproductie is bestemd voor de Nederlandse markt en daarvan gaat een groot deel naar de supermarkten. Vleeskuikenhouders die hier niets voor voelen, hoeven niets te veranderen, tenzij het een doorslaand succes wordt en Europese navolging krijgt.
Die vrijheid blijheid geldt trouwens ook voor de supermarkten, want het hoeft niet te gaan om kippen die zijn geproduceerd in Nederland. Het kunnen ook Roemeense kuikens zijn, zolang de productie-eisen maar worden gehaald.
Moet er een nieuw kippenras voor komen?
Ja en nee. Vleeskuikenhouders die mee gaan doen zullen op een ander ras moeten overstappen. Rassen die maximaal 50 gram per dag groeien en na minimaal 45 dagen mogen worden geleverd. Dat is nu respectievelijk 65 tot 80 gram en 39 tot 42 dagen. Het goede nieuws is dat die rassen er al zijn. Wereldmarktleiders Aviagen en Cobb zeggen beiden al rassen op de plank te hebben, die buiten Nederland al worden ingezet voor vleesproductie.
Ook zijn beide bedrijven met een traject bezig om een nog veel duurzamer kippenras te ontwikkelen, dat moet voldoen aan de 1-ster eis van de Dierenbescherming. En Hubbard brengt deze rassen al voor het alternatieve segment zoals biologische kip en Volwaardt.
Valt er wel geld mee te verdienen?
Dat is een lastige vraag om te beantwoorden. In het gesloten akkoord wordt niet gerept over opbrengstprijzen, want dat zou betekenen dat er prijsafspraken worden gemaakt. Dat keurt de NMa niet goed. Er staat wel dat er een rendabele productiewijze over blijft. LTO/NOP geeft aan daar bij de uitwerking van het concept sterk op te zullen gaan letten en dat is ook nodig. De kostprijs gaat voor een vleeskuikenhouder met 18 procent omhoog, zo rekent Jan Brok van de NVP voor.
De verkoopprijs in de supermarkt stijgt nog harder, want niet alle pootjes en vleugels van deze duurzame kip worden in Nederland verkocht. In de supermarkten gaat het vooral om kipfilet en die moet dus ook de extra kosten van de vleugels en poten compenseren die de grens over gaan. Een kg kipfilet moet volgens Jan Brok dan 1,56 euro meer gaan opbrengen. De vraag is of consumenten dat willen betalen.
Heeft het kans van slagen?
Daarover zijn de meningen verdeeld. Het Productschap en CBL denken van wel, maar wie zijn oor te luisteren legt bij deskundigen in de sector krijgt een ander geluid te horen. De prijsstijging in de supermarkt is zeer fors en er zijn grote groepen in de samenleving die dat niet gaan betalen, zegt onder meer AndrDenekamp van Agrifirm Feed. Als het voor alle kipproducten geldt in de supermarkt, verwacht hij een verschuiving van de afzet naar poeliers en andere winkels die niet zijn gebonden aan deze kip van morgen. En dan zakt de verkoop bij supermarkten in en is het einde oefening, want supermarkten willen die omzet natuurlijk niet kwijt.
Henk Steenblik van Aviagen noemt het zelfs een verkeerde ontwikkeling en in tegenspraak met wat er elders in de wereld gebeurt. Buiten Nederland en Europa neemt de vraag naar sterke kuikens die sneller groeien juist toe, omdat kip de meest duurzame vleessoort is en de vraag naar vlees stijgt. Ook is er geen smaakverschil, zodat de sector met dit initiatief alleen maar tegemoet lijkt te komen aan een paar mensen van Wakker Dier.
Het ligt daarom eerder in de lijn der verwachting dat er naast de reguliere kip uiteindelijk een nieuw tussensegment bij komt, zoals de NVP voorspelt. Bestemd voor een kleine groep consumenten die wel iets meer wil betalen voor duurzame kip, maar niet zoveel als Volwaard of biologisch.
Voor de professionele vleeskuikenhouders is De kip van morgen dan ook niet interessant. Zij hebben hun management ingesteld op een efficite productie en dat levert de hoogste financie opbrengst op.
Voor pluimveehouders die vleeskuikens er als tak naast doen of naast willen gaan doen, kan het wel een optie zijn. De kip van morgen groeit langzamer, waardoor het risico voor groeivertraging afneemt. Dat vergemakkelijkt het management. Deze groep pluimveehouders moet die verandering in managementstijl afzetten tegen de financie opbrengst.