Minister Wiersma: ‘Risico besmetting vogelgriep groot op dit moment’

Recent is ook HPAI bij drie vossen aangetoond. Dit zijn de eerste wilde zoogdieren sinds februari 2024 die positief zijn getest op vogelgriep. Daarmee is de zorg omtrent vogelgriep in Nederland vergroot. De adviezen van het Deskundigenberaad Zoönosen (DB-Z) ter preventie van het humane risico van een meer zoönotische variant zijn volgens Wiersma vrijwel allemaal opgepakt en geïmplementeerd of lopende.
Laag risico volksgezondheid
Het DB-Z heeft in zowel 2022 als 2023 het risico van vogelgriep voor de algemene bevolking ingeschat als ‘laag’ en voor mensen met beroepsmatig contact met pluimvee/besmette dieren ‘laag tot matig’. Dit niveau is nog steeds geldig, maar er zijn een aantal ontwikkelingen wereldwijd die om alertheid vragen. Zo is in de VS iemand overleden aan vogelgriep, deze is opgelopen door contact met besmet hobbypluimvee of wilde vogels. Er is ook een multidisciplinaire expertgroep ingesteld voor het duiden van het actuele risico van HPAI voor de volksgezondheid in Nederland. De minister stelt in haar brief dat er echter geen aanwijzingen zijn dat er een virus circuleert met kenmerken die het virus geschikter maken om zoogdieren te besmetten.
Bioveiligheidsplan pluimvee
De regeling ter introductie van dit bioveiligheidsplan voor de pluimveehouderij is bijna afgerond en kan naar verwachting begin 2025 worden vastgesteld en gepubliceerd. Eerder was al toegezegd te komen tot een verplicht bioveiligheidsplan voor de commerciële pluimveesector, op basis van de hygiënescan van brancheorganisatie AVINED. Een goede bioveiligheid is belangrijk om de kans op de insleep en verspreiding van dierziekten en zoönosen, waaronder vogelgriep, te verkleinen. Met het bioveiligheidsplan wordt de aandacht voor dit thema voor zowel de pluimveehouder als de dierenarts in de toekomst doorlopend en structureel geborgd, zo hoopt de minister.
Honden en katten
Er komen af en toe besmettingen voor bij wilde zoogdieren. Onderzoek naar huiskaten en jachthonden heeft weliswaar lage hoeveelheden antistoffen van het vogelgriepvirus gevonden in een klein aantal dieren, maar geen van hen vertoonden symptomen. ‘De onderzoeksresultaten komen overeen met het huidige beeld bij wilde zoogdieren waarbij vogelgriep kan voorkomen’, schrijft de minister aan de Tweede Kamer. ‘Momenteel wordt er nauwelijks vogelgriepvirus aangetoond. Daarnaast zijn er bij de NVWA tot op heden geen meldingen gedaan van huiskatten of honden met vogelgriep. De kans dat een huiskat of hond met vogelgriep besmet raakt lijkt daarmee klein. Er zijn momenteel geen aanwijzingen voor besmettingen van herkauwers in Europa, zoals in Amerika.’
Wilde dieren
Wiersma: ‘Het is niet mogelijk om vogelgriep in wilde dieren uit te roeien. Onze inzet is daarom gericht op het verkleinen van de kans dat enerzijds besmette, in het wild levende dieren in contact kunnen komen met mensen en andere dieren, en anderzijds op het monitoren van nieuwe varianten in wilde dieren.’ Er wordt geld vrijgemaakt om de opruimwerkzaamheden, zoals in 2022 bij de massale sterfte van meeuwen, te financieren. Vanuit het zoönotisch risico is volgens de minister momenteel geen noodzaak om het huidige beleid ten aanzien van het opruimen van (grote hoeveelheden) dode wilde vogels aan te passen. Vogelgriep vormt momenteel namelijk geen direct risico voor de volksgezondheid.
Inventarisatie scenario’s
Een werkgroep bestaande uit deskundigen is aan de slag gegaan met het opstellen van scenario’s. Aan de hand van drie reële scenario’s is geïnventariseerd welke respons interventies er zijn om verspreiding van het virus te stoppen en of er op dit gebied hiaten in de bestrijdingsstructuur zijn aan te wijzen. Daarnaast is door de werkgroep geëxploreerd of de huidige surveillancesystemen voldoende sensitief zijn om besmettingen vroegtijdig op te sporen.
Griepvaccinatie mensen
Vanwege het advies van het DB-Z en van de Gezondheidsraad om de seizoensgriepvaccinatie laagdrempelig aan te bieden aan varkens- en pluimveehouders en aan personen die zijn betrokken bij het opruimen van dode wilde vogels en zoogdieren, wordt dit jaar met vertegenwoordigers van sector, werkgevers en vrijwilligersorganisaties ingezet op communicatie over het belang van seizoensgriepvaccinatie in relatie tot vogelgriep en er loopt een vaccinatieprogramma via de huisarts.