Humane griepsneltest werkt ook voor opsporen vogelgriep
Ingegeven door de sneltesten die onder mensen werden afgenomen, vroeg de Noord-Hollandse dierenarts Miriam Bosman zich af of ze vogelgriep niet op een vergelijkbare manier vroegtijdig kon opsporen. Ze nam daarop de antigentest, die wordt gebruikt om Influenza A-virussen bij mensen op te sporen, bij vogels af. Dit leek te werken. De test was veelbelovend genoeg om de aandacht te trekken van het landelijk platform vogelgriep van de Rijksoverheid.
Betrouwbare sneltest
LVVN was nieuwsgierig en gaf Wageningen de opdracht dit verder te onderzoeken. Fimme van der Wal, onderzoeker bij WBVR, leidde het onderzoek. „Het is niet heel vreemd dat een humane sneltest ook op vogelgriep werkt. Het zijn allebei Influenza A virussen.” De eerste stap was om een ruim beschikbare, gebruiksvriendelijke en betrouwbare sneltest te vinden. Niet met het idee dat een sneltest de PCR-test kan vervangen, want de uitkomsten in een referentielaboratorium zijn veel nauwkeuriger, maar als een humane sneltest gevoelig genoeg blijkt te zijn, zou die misschien een aanvulling kunnen zijn op het huidige protocol.
Van der Wal en zijn collega’s begonnen door informatie te verzamelen over beschikbare sneltesten voor Influenza A: „Het moest net zo makkelijk zijn als de bekende thuistesten voor het coronavirus.” De onderzoekers hadden in hun selectie de voorkeur voor Europese of Noord-Amerikaanse tests. Aan producten uit Azië kleven groter risico’s qua leveringszekerheid.
Chinese test scoorde iets beter
Vijf testen gingen door voor de eerste proeven. Drie testen kwamen goed uit deze ronde. Bovenaan stond verrassend Clungene, de Chinese sneltest die Miriam Bosman al gebruikte en nota bene een Aziatisch product, waarvan men eerder aan de betrouwbaarheid twijfelde. Van der Wal: „Dat is best interessant. Clungene scoorde dus iets beter dan testen die specifiek zijn gemaakt om vogelgriep op te sporen.”
Voor de tweede fase van het onderzoek konden Van der Wal en collega’s meeliften op een studie waarbij kippen en eenden werden besmet met vogelgriep: „Voor ons werden ook swabs genomen van de luchtpijp en de cloaca, zoals dat op een pluimveebedrijf zou gebeuren. Met dat materiaal konden we een tweede set proeven uitvoeren.” Ook bij die testen deed Clungene het goed.
De laboratoirumproeven zijn positief, maar om werkelijk te bepalen hoe betrouwbaar een sneltest is, is onderzoek in het veld nodig. Het advies van de onderzoekers aan LVVN is dan ook om pluimvee binnen de dagelijkse praktijk te gaan testen met Clungene, parallel aan de monsternames die al plaatsvinden voor PCR. „Op een boerderij zullen de resultaten waarschijnlijk anders uitvallen. Waar je bij de lampen in het laboratorium nog wel een streepje kunt onderscheiden, zal dat in het veld soms moeilijker zijn. Hoe moeilijk, dat moeten de veldtesten aantonen”, aldus Van der Wal.
Prioriteiten kunnen stellen
Komt de Clungene sneltest goed uit deze veldonderzoeken, dan zou die een aanvulling kunnen zijn op de huidige protocollen rondom vogelgriep. Bijvoorbeeld om prioriteiten te stellen, wanneer er veel verdenkingen zijn. Een eerste reeks sneltests kunnen dan bepalen welke bedrijven als eerst moet worden onderzocht met PCR-testen. Sneltest of niet, de PCR-test houdt het laatste woord. Positieve sneltesten kan ook betekenen dat er misschien meer haast komt te liggen achter de PCR-testen. In het wild kunnen sneltesten misschien helpen om te bepalen welke vogels behandeld en welke geïsoleerd moeten worden. Want sommige dieren vertonen wel symptomen die lijken op vogelgriep, maar hebben een behandelbare ziekte.
Twee pilots in het veld
„Op dit moment lopen er twee pilots. Eén uitgevoerd door de medewerkers van de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA) onder pluimvee en een ander door medewerkers van het WBVR en het Dutch Wildlife Health Center onder wilde vogels”, vertelt Denise Smit. „Bij elke verdenking van vogelgriep worden er op dit moment ook sneltesten afgenomen, naast de regulier PCR-test. Beide testen worden met elkaar vergeleken en het resultaat wordt opgenomen in een database.” Smit verwacht dat deze onderzoeken tot eind 2025 lopen. „Afhankelijk van hoeveel data we kunnen verzamelen natuurlijk. De laatste uitbraak onder pluimvee was in december vorig jaar.”
Tekst: Reinout Burgers
Al bijna 25 jaar volg en schrijf ik als journalist onder meer over de varkenshouderij en pluimveehouderij. Twee uiterst boeiende en dynamische sectoren met veel gepassioneerde ondernemers.
Beeld: Wikimedia, Natasja Beverloo
Bron: Wageningen Bioveterinary Research