Minder vangletsel bij pluimvee vastgesteld in 2023
Uit cijfers van deze en eerdere metingen in 2017 en 2021 blijkt dat er een dalende trend is. Van het Nederlandse pluimvee had in 2017 nog 27 procent vangletsel. Vier jaar later was dit gedaald naar 4 procent en afgelopen jaar naar 2,4 procent. Door de jaren heen vangen vangploegen de dieren dus met steeds minder letsel. Dit zou mede kunnen komen doordat vangploegen sinds mei 2021 ook beboet worden bij vangletsel. Voor die tijd kregen alleen de pluimveehouders een boete. Daarnaast wordt de boete sindsdien verdubbeld als meer dan 5 procent van de dieren vangletsel heeft.
Bij de meting van 2023 zijn er ook koppels pluimvee gevonden zonder vangletsel. De koplopers in de sector laten hiermee zien dat met voldoende zorg en aandacht voor de dieren tijdens het vangen, het mogelijk is om het percentage letsel tot 0 procent te reduceren.
Buitenlands pluimvee
Ook bij pluimvee uit omringende landen zoals België en Duitsland dat naar Nederlandse slachthuizen gaat, is een afname van vangletsel te zien. Het percentage letsel is gedaald van 24 procent in 2017 en 2021 naar 16,3 procent vorig jaar (zie tabel). Na de meting in 2021 is de NVWA in gesprek gegaan met de Duitse autoriteiten om de cijfers te bespreken. Hierdoor hebben de Duitse autoriteiten meer aandacht voor deze problematiek.
Desalniettemin is het percentage letsel beduidend hoger bij koppels uit EU-lidstaten dan de cijfers van Nederlands pluimvee. Daarom blijft de NVWA in gesprek met EU-lidstaten om meer aandacht te vragen voor het terugdringen van vangletsel. Zo staat het onderwerp later dit jaar op de agenda van een overleg tussen de dierenwelzijnsexperts van EU-lidstaten in Ierland.
Overigens kan de NVWA geen boetes opleggen als het pluimvee in het buitenland is gevangen. Wel doet de NVWA een melding naar de betreffende buitenlandse autoriteiten.
In toekomst strengere norm
Al met al zet de pluimveesector zich in om het welzijn van kippen en eenden bij het vangen te verbeteren. Tegelijkertijd is het nog niet goed genoeg, want ieder dier met vangletsel is er een te veel. Dat is Europees ook zo afgesproken. Volgens Europese wetgeving moet worden voorkomen dat bij dieren onnodig pijn en letsel wordt veroorzaakt. De wettelijke norm voor letsel is daarmee 0 procent, maar deze wettelijke norm is in de praktijk onhaalbaar volgens de sector.
In Nederland is de handhavingsgrens voor vangletsel waarbij een boete wordt opgelegd sinds 1 januari 2024 verlaagd van 2 procent naar 1 procent. De NVWA wil de bedrijven, die zelf verantwoordelijk zijn voor het welzijn van de dieren, aansporen om voldoende tijd te nemen voor het vangproces. Daarom zal de NVWA in de toekomst streven naar een percentage dicht bij 0 procent als norm voor vangletsel, hoewel zowel vang- en laadbedrijven als pluimveehouders meermaals hebben aangegeven dat dit in de praktijk onhaalbaar is.
Jaartal naleefmeting | Nederlandse koppels >2% vangletsel | Buitenlandse koppels >2% vangletsel |
2017 | 27% | 24% |
2021 | 4% | 24% |
2023 | 2,4% | 16,3% |
Zowel bij het vangen met de hand, als bij onjuist gebruik of het onkundig hanteren van een vangmachine kan letsel ontstaan, zoals grote bloeduitstortingen, gebroken vleugels of gebroken poten. Als inspecteurs in het slachthuis te veel vangletsel constateren dan volgt er een boete van minimaal 1.500 euro, die verder oploopt als pluimveehouder en vangploeg vaker in de fout gaan.
De NVWA houdt regelmatig steekproeven en risicogerichte inspecties. Daarnaast vinden er sinds 2017 periodiek naleefmetingen plaats. In 2023 zijn er bij 16 slachthuizen 85 koppels pluimvee onderzocht.
Tekst: Tom Schotman
Groeide op een vleeskuikenbedrijf in het Achterhoekse Vragender op. Schrijft sinds augustus 2013 voor Pluimveeweb.nl, vakblad Pluimveeweb, Pigbusiness.nl, vakblad Pig Business en de regionale agrarische vakbladen van Agrio.
Beeld: Ingrid Sweers
Bron: NVWA