Eerste Kamer stemt in met afroming en verlaging mestproductieplafonds
Alleen SGP, Forum voor Democratie en Partij voor de Dieren stemden tegen het gewijzigde wetsvoorstel.
De SGP is tegen, omdat het van mening is dat de maatregelen niet voldoende zijn onderbouwd, legde senator Marc de Vries uit: „Zo is niet duidelijk genoeg hoe een generieke korting gaat worden voorkomen, wat de ingrijpende gevolgen zijn voor de sector en wat het effect van dit wetsvoorstel is op de beoogde waterkwaliteitsdoelen. Volgens de SGP zet dat vraagtekens bij de proportionaliteit van de wet. Ook wordt in dit wetsvoorstel onvoldoende rekening gehouden met de variatie tussen sectoren en de huidige ontwikkelingen, zoals de Lbv-plusregeling, de afbouw van derogatie en de hoge mestafzetkosten.”
Kritische reacties
Niet alleen van partijen die tegen het wetsvoorstel zijn kwamen er de nodige opmerkingen. Ook fracties die voor het wetsvoorstel zijn, waren vorige week kritisch tijdens het debat. Van links tot rechts is er twijfel of het mestpakkket van Wiersma voldoende gaat zijn om onder de mestproductieplafonds uit te komen en een generieke korting, en dus gedwongen krimp, vanuit Brussel af te kunnen wenden.
Lies van Aelst-den Uijl van de SP liet dat dinsdagmiddag nog maar eens weten tijdens een stemverklaring: „We hebben grote zorgen over het enorme geloof van de minister dat we ons wel uit deze mestcrisis zullen innoveren. We vrezen dat er uiteindelijk voor zowel de boer, natuur als samenleving een zure rekening moet gaan worden betaald.”
Ruben Baumgarten van JA21 vindt dat de minister zich onvoldoende heeft ingespannen om de negatieve effecten van het wetsvoorstel te minimaliseren. „We zijn teleurgesteld dat het de minister niet is gelukt om gedwongen opkoop uit te sluiten. Toch zien we de noodzaak om deze Europese Wetgeving te implementeren, onafhankelijk van ons oordeel over de inhoud. We houden de minister verantwoordelijk voor het onvoldoende waarborgen van de Nederlandse belangen binnen de EU. Daarom zullen we met tegenzin voor het wetsvoorstel stemmen.”
Weegmomenten
Alleen BBB lijkt er als enige wel vertrouwen in te hebben dat de mestproductie de komende jaren voldoende gaat zakken, door onder meer de deelname van veehouders aan de Lbv-regelingen. De grootste fractie uit de senaat kreeg de toezegging van de minister dat de afroming zo snel mogelijk wordt geschrapt, indien dit mogelijk is. „Dit wetsvoorstel is een eerste stap om een generieke korting te voorkomen”, laat Wim Jaspers weten. „BBB heeft de voordelen ten opzichte van de nadelen afgewogen. We komen tot de conclusie dat we voor de wet stemmen, omdat de minister weegmomenten heeft ingebouwd. We hebben er daarom ook vertrouwen in dat de afroming kan worden afgeschaald, als dit mogelijk is”, zei Jaspers dinsdag tijdens een stemverklaring.
Motie om mestfraude aan te pakken
Er werden vorige week tijdens het debat ook enkele moties ingediend. Een motie die het met 33 van de 75 stemmen net niet haalde, was van de Partij voor de Dieren en de SP. Deze partijen roepen de regering op om meer financiële middelen beschikbaar te stellen, zodat de NVWA, RVO en FIOD ‘adequaat kunnen handhaven’. Met name linkse partijen schatten in dat sommige boeren illegaal mest uit gaan rijden als de druk op de mestmarkt de komende jaren gaat toenemen en daarom zou er voldoende handhavingscapaciteit moeten zijn. De minister ontraadde de motie.
Een andere motie van de Partij voor de Dieren die het kabinet oproept om uiterlijk in juli 2025 met een evaluatie van de wet te komen en de gevolgen voor biologische en biodynampische boeren en andere koplopers in kaart te brengen, haalde het ook niet.
Opschorten derogatiebeschikking
Hetzelfde geldt voor een motie van senator Johan Dessing (Forum voor Democratie). Hij stond alleen met zijn oproep om de derogatiebeschikking op te schorten en terug te vallen op de voorwaarden van de vorige derogatiebeschikking.
In een andere motie stelt Dessing dat de waterkwaliteit onder derogatiebedrijven is verbeterd. Hij vraagt daarom aan Wiersma om de cijfers over de waterkwaliteit te corrigeren. Hiervoor kreeg hij nog wel steun van BBB en VVD, maar dat was te weinig voor een meerderheid.
De minister ontraadde beide moties, omdat deze de relatie met de Europese Commissie kunnen schaden. Dat wil het kabinet niet, omdat het op allerlei vlakken om uitzonderingsposities vraagt aan Brussel.
Mestproductie volgend jaar omlaag
Nu het wetsvoorstel is aangenomen, gaat het totale mestproductieplafond in 2025 omlaag van 504,4 miljoen kilo stikstof naar 440 miljoen kilo stikstof. Voor fosfaat gaat het plafond naar beneden van 172,9 miljoen naar 135 miljoen kilo. Voor het bepalen van de nieuwe sectorale plafonds houdt de minister rekening met de deelname aan de Lbv-regelingen. Hier komt zij later dit jaar nog op terug.
Om die verlaging te bereiken, gaat de minister dierrechten afromen bij een overname bij een familieverband. Voor de varkenssector geldt een afromingspercentage van 22 procent en voor de pluimveesector van 13 procent. Voor beide sectoren is afroming nieuw. Nog nooit eerder kregen zij hiermee te maken. In de melkveehouderij moet bij een overdracht buiten familieverband 30 procent van de fosfaatrechten worden afgeroomd.
Tekst: Bas Lageschaar
Bas Lageschaar groeide op tussen de weilanden in de Achterhoek. Daardoor had hij altijd al belangstelling voor de agrarische sector. Voor Agrio zit hij in de redactie politiek en beleid. Bas volgt het laatste (regionale) nieuws op de voet en schrijft voor de regionale websites en verschillende printuitgaven.
Beeld: Ellen Meinen
Bron: Eerste Kamer