CBb oordeelt dat taxatie bij ruiming van leghennenbedrijf correct is uitgevoerd
Rechter vindt 302.000 euro vergoeding bij ruiming legpluimveebedrijf in Weert voldoende
Het legpluimveebedrijf werd in mei 2021 preventief geruimd nadat vlak bij het pluimveebedrijf bij een kalkoenbedrijf vogelgriep werd geconstateerd. Om verdere verspreiding te voorkomen zijn alle kippen van het bedrijf geruimd en zijn alle producten en voorwerpen die besmet konden zijn, vernietigd. De minister heeft aan de onderneming een tegemoetkoming in de schade toegekend van ruim 302.000 euro.
De hoogte van dat bedrag is gebaseerd op een hertaxatierapport dat op verzoek van de ondernemer is opgesteld, omdat de pluimveehouder het niet eens was met de bevindingen uit het oorspronkelijke taxatierapport. Het hertaxatierapport is opgesteld door drie deskundigen, die door de minister waren aangewezen.
Schadebedrag te laag
De pluimveehouder vond het toegekende bedrag te laag doordat het ministerie van Landbouw bij de bepaling van de schadevergoeding uit was gegaan van verouderde waardetabellen. Zo was de tabel op basis waarvan de waarde van de kippen werd bepaald op het moment van taxeren drie maanden oud. De deskundigen hadden volgens de pluimveehouder bij hun waardebepaling ten onrechte geen rekening gehouden met het feit dat de voerprijs op dat moment was gestegen, waardoor de marktwaarde van de kippen hoger was.
De pluimveehouder heeft een in legpluimvee gespecialiseerde bedrijfsadviseur opdracht gegeven om actuele waardetabellen te maken. Op basis van die tabellen hadden zijn dieren een waarde van ruim 355.070 euro bij de ruiming.
Bovendien worden de leghennen op het bedrijf ouder dan de maximale levensduur waarmee in de waardetabellen rekening wordt gehouden. Op het bedrijf was tevens nog 50.000 kilo voer aanwezig, waarvan uiteindelijk maar 6.000 kilo is vergoed. De rest van het voer moest het bedrijf als onbruikbaar afvoeren. Daar zou een vergoeding tegenover moeten staan, volgens de pluimveehouder.
Meest actuele waardetabellen gebruikt
De minister stelt dat de deskundigen bij de hertaxatie de meest actuele waardetabellen hebben gebruikt. Zij zijn bevoegd om daarvan af te wijken als zij op basis van hun expertise van mening zijn dat de actuele marktwaarde niet overeenkomt met de waarde in de tabel.
Aangezien de deskundigen daartoe geen aanleiding hebben gezien en de onderneming ook geen bewijs heeft geleverd dat de waarde van de kippen hoger was, gaat de minister ervan uit dat de juiste waarde is gehanteerd. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven volgt de minister in dat standpunt. De rechter zei dat er geen argumenten waren om van de cijfers af te wijken, waarop de taxateurs zich hebben gebaseerd. Daarnaast geeft de rechter aan dat de vergoeding voor het voer correct was, hoewel dit niet wil zeggen dat de pluimveehouder meer kosten had als gevolg van de ruiming. Meer informatie over de zaak is te vinden in de uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven.
Tekst: Tom Schotman
Groeide op een vleeskuikenbedrijf in het Achterhoekse Vragender op. Schrijft sinds augustus 2013 voor Pluimveeweb.nl, vakblad Pluimveeweb, Pigbusiness.nl, vakblad Pig Business en de regionale agrarische vakbladen van Agrio.
Beeld: Agrio archief
Bron: College van Beroep voor het bedrijfsleven