Temperatuur vleeskuikenstal 2 graden lager door tijdige opstart koeling
Uit de resultaten van het zogeheten COOLCHICKS-project bleek dat zowel hogedrukverneveling (nevelkoeling) als padkoeling efficiënte koelsystemen zijn in een vleeskuikenstal. Bijkomend werd ook aangetoond dat een tijdige opstart van de systemen de staltemperatuur nog meer kan verlagen op warme dagen.
Een aandachtspunt bij nevelkoeling en padkoeling is de relatieve vochtigheid (RV) in de stal. Het is immers niet alleen de staltemperatuur die de mate van hittestress bepaalt, maar vooral de combinatie van de staltemperatuur en de RV. Hoe hoger de RV in de stal, hoe moeilijker de kippen het hebben om warmte te verliezen via hijgen (evaporatie).
THI
De temperature-humidity index, kortweg THI, wordt berekend via een formule die temperatuur en RV combineert en is een maat voor de hittestress waaraan de kippen blootgesteld worden op dat moment. Voor vleeskuikens werden bepaalde grenzen opgesteld (Thornton et al., 2021): is de THI kleiner dan 74, dan ervaren de dieren geen hittestress. Tussen 74 en 79 is er matige hittestress; tussen 79 en 84 zware hittestress en eens boven de 84 lijden de vleeskippen onder extreme hittestress.
Effect verneveling
In een eerste proef met 24.500 vleeskuikens (Ross 308) werd het effect van verneveling bestudeerd. In de afdeling mét verneveling kon de staltemperatuur op dagen met een buitentemperatuur van 30°C tijdens de finisherfase (wanneer de kippen zeer gevoelig zijn voor hitte) tot 4 graden lager worden gehouden dan in de afdeling zonder verneveling. Ook het sterftepercentage in de stal lag lager wanneer er wél verneveling aanwezig was (2,97 procent versus 4,54 procentzonder verneveling).
Bijkomend was te zien dat in de afdelingen met verneveling de RV (en daarmee gepaard ook de THI) steeg. Zoals eerder aangehaald kan dit voor extra problemen zorgen, gezien de kippen bij een hogere RV hun warmte moeilijker kwijt kunnen raken via hijgen (langs waar normaal een groot deel van de warmte wordt afgestaan). Wees dus steeds alert en behoud de juiste balans temperatuur – RV, stippen de ILVO-onderzoekers aan.
Opstartmoment
In een tweede proef werd bij zo’n 18.500 vleeskuikens (Ross 308) gekeken naar het effect van zowel verneveling (nevelkoeling) als padkoeling en werd onderzocht of een vroegere opstart van de systemen meer (of net minder) voordelen oplevert. Zo werd gekozen voor een opstart van de koelsystemen wanneer de streefwaardetemperatuur (die varieert met de leeftijd van de dieren) met (slechts) drie graden werd overschreden ten opzichte van een latere opstart waarbij de streefwaardetemperatuur met zes graden werd overschreden.
Vroegere opstart loont
Beide koelsystemen slaagden erin om de staltemperatuur te reduceren, maar met hoeveel graden precies hangt af van waar de staltemperatuur wordt gemeten. In de uitgevoerde proeven was dit in het midden van de stal en op dierniveau. Daar werd met de gebruikte instellingen (koeling vanaf 6°C boven streeftemperatuur) een reductie van minstens 1 tot 2 graden gezien ten opzichte van de buitentemperatuur (30 - 34°C). Mogelijks kan deze reductie groter zijn wanneer de temperatuur wordt gemeten vlakbij het koelsysteem. Het moment waarop de koelsystemen werden opgestart, had ook een effect (zie figuur 1). Een (eerdere) opstart hield de staltemperatuur consistent lager. Dit effect was vooral merkbaar op warme (maar niet extreem hete) dagen (1-3 graden éxtra koeling op dagen van 25°C).
Conclusie
Zowel verneveling als padkoeling blijken beide voldoende efficiënt te werken als het gaat om het koelen van het stalklimaat in vleeskuikenstallen. Uiteraard hangt veel af van de dimensionering, plaatsing en capaciteit van de systemen die stalafhankelijk zijn. Ook moet er steeds aandacht worden geschonken aan de RV in de stal en mag de THI niet te hoog worden. Bijkomend bleek uit de proeven ook dat een vroegere opstart bij beide systemen leidde tot een consistent lagere staltemperatuur, aldus de onderzoekers.
De resultaten in dit artikel zeggen (nog) niets over het verbruik van beide systemen aan bijvoorbeeld water en energie. Deze cijfers zullen nog worden berekend, want dit zijn uiteraard belangrijke aspecten voor de pluimveehouder en zullen later verschijnen via www.pluimveeloket.be/coolchicks. Pluimveehouders die vragen of opmerkingen hebben rond dit project kunnen contact opnemen met Renée De Baets van ILVO via renee.debaets@ilvo.vlaanderen.be. Zij deed dit onderzoek samen met Evelyne Delezie van ILVO, Karolien Langendries van het Pluimveeloket en Kris De Baere van het Proefbedrijf Pluimveehouderij in Geel (BE).
Tekst: Tom Schotman
Groeide op een vleeskuikenbedrijf in het Achterhoekse Vragender op. Schrijft sinds augustus 2013 voor Pluimveeweb.nl, vakblad Pluimveeweb, Pigbusiness.nl, vakblad Pig Business en de regionale agrarische vakbladen van Agrio.
Beeld: Ellen Meinen, ILVO
Bron: ILVO