Fotoserie: Op de Gebarenboerderij is respect geen gebaar, maar de voertaal
Als je de bijzondere boerderij van Evita en Jochem voor het eerst bezoekt, vraag je je direct af hoe zij dit allemaal voor elkaar krijgen. Een jong gezin met zes (horende) kinderen, de oudste negen jaar - de jongste negen maanden, een pluimveebedrijf met 26.000 biologische leghennen en een zorgboerderij met een kleine twintig hulpboeren, zoals Evita en Jochem hun cliënten noemen. Blakend van passie en energie vertellen ze enthousiast hun verhaal. Tolk Willem vertaalt de gebaren naar woorden en zo vangen we een glimp op van het succes van de Gebarenboerderij.
Domme vragen bestaan niet
Op onze eerste vraag ‘Hoe dan?’ vertelt Jochem lachend dat hij en Evita goed zijn in organiseren en taken verdelen. Daarnaast hebben ze geweldige steun van de vier begeleiders die alle hulpboeren intensief begeleiden. Communicatie is belangrijk op de zorgboerderij. Met pictogrammen in de stal en foto’s in de groepsruimte wordt zoveel mogelijk informatie op een zo duidelijk mogelijk overgebracht. De hulpboeren op de Gebarenboerderij hebben geen agrarische achtergrond. Hier leren ze het vak, stap voor stap, en binnen hun eigen talenten en interesses. Daarin ging Jochem hen ooit voor. Anders dan Evita die opgroeide op haar ouders boerderij Groot Wagensveld in Renswoude, dat later een zorgboerderij werd, was voor Jochem het boerenvak nieuw. Als opgeleid accountant heeft hij zich het pluimveevak eigen moeten maken. Daarbij heeft hij veel geleerd van zijn schoonfamilie. Al in de verkeringstijd, toen hij en Evita nog tieners waren, hielp hij mee op de boerderij van Evita’s ouders: eieren sorteren en eiermachines schoonmaken. Daar ontdekte hij dat kippen echt zijn ding zijn. Jochem: “Ik heb ook veel gelezen, vakbladen en nieuwsbrieven, en heb veel ondersteuning gehad van onze dierenarts en via Gerwin, onze adviseur bij Het Anker. Zij zeiden allebei: vraag wat je wilt, domme vragen bestaan niet. Van hen kreeg ik veel informatie. Ik houd gelukkig erg van leren, van de dingen goed doen en zelf doen.”
Communiceren via WhatsApp
Sinds 2019 houdt de Gebarenboerderij biologische Dekalb White leghennen. Jochem kende Het Anker al via het bedrijf van zijn schoonvader. Het contact met de broederij was direct goed. “Open en eerlijke communicatie,” vertelt Jochem hierover, “Gerwin heeft respect voor hoe wij hier werken. Ook kent hij onze stallen goed. En als er problemen zijn, komt hij direct langs.” Ze gebruiken WhatsApp om met elkaar te communiceren, ook wanneer ze fysiek bij elkaar zijn.
Wat voor Evita en Jochem zwaar weegt is de goede samenwerking. Jochem: “Soms komen bedrijven hier en die vragen dan ‘waar is de boer?’ Zij kunnen niet geloven dat wij dat zijn. Dat is ons één of twee keer gebeurd. Dan worden we door mensen gepasseerd, waarmee ik niet kan communiceren en die dan niet bereid zijn om iets met ons te doen. Het Anker ziet daarin geen verschil. Zij hebben respect voor anderen, ook voor doven. Zij zijn altijd eerlijk tegen ons en dat geeft vertrouwen.”
Award: 530,6 eieren per opgehokte hen in 105 weken
Of het nu gaat over de verlichting in de stal of het toepassen van het juiste voer en lichtschema, Jochem en Evita kunnen met Gerwin over alles sparren. “Hij geeft tips of suggesties waar ik nooit aan had gedacht. Dan zoek ik het zelf uit en blijken dingen ook beter te werken. Natuurlijk heeft hij niet altijd gelijk,” grapt Jochem, “Maar als we aan het sparren zijn, hebben we gewoon een goed gesprek. Leuk voorbeeld: ik vind dat goede kippen best langer door kunnen, maar daar staat Gerwin heel anders in. Een koppel kun je beter wat eerder laten stoppen, zegt hij. Bij het vorige koppel heeft onze aanpak goed uitgepakt.” Daarmee doelt Jochem op de award waarmee Gerwin hem en Evita op de dag van dit interview mee verraste.
Bij het vorige koppel op de Gebarenboerderij werden namelijk 530,6 eieren per opgehokte hen op 105 weken gelegd. Ter vergelijking: de norm ligt op 468,1 eieren op 100 weken. Gerwin: “Dit is best een uitzonderlijke prestatie.”
Een van de beste van Nederland
“Niet verwacht,” blikt Jochem terug op dat moment. “Ik dacht: er komt een leuk interview en ineens is daar een award. Fantastisch. We zijn gewoon lekker bezig en dan wordt je zo gewaardeerd, dat maakt ons trots en blij. Wij zijn ook onderdeel van agrarisch Nederland; wij willen er net zo bij horen.” Jochem is ook een realistische pluimveehouder; bij dit koppel ging ’t goed, dat hoeft niet altijd zo te gaan.
De hulpboeren vinden het fantastisch dat de Gebarenboerderij een award krijgt. “Zijn we de beste van Nederland?” wordt er gevraagd. “Nee, maar wel één van de beste” vertelt Jochem hen. Evita benadrukt het belang van deze waardering voor de hulpboeren. Het maakt hen trots en geeft hen meer eigenwaarde. Dat vinden Evita en Jochem heel belangrijk. De Gebarenboerderij is een plek waar wordt gekeken naar wat iemand kan en waarin diegene kan groeien en vooral opbloeien. Want dat is wat zij zien gebeuren op de Gebarenboerderij: mensen die op de zorgboerderij voldoening halen uit hun eigen werk, bloeien op. “Dat is ons doel. Een goede plek voor onze hulpboeren. Daarvoor maken we toekomstplannen: een nieuwe stal, meer kippen en meer ruimte voor de zorg.” Want zo illustreert Jochem met grootse, wijdse armbewegingen: “Wij hebben ruimte nodig om met elkaar te communiceren.”
Toekomstplannen en uitbreiding
Van alles waar Evita en Jochem hun energie insteken, weegt hun gezin het zwaarst. “Het gezin is onze prioriteit. We willen niet dat ons gezin lijdt onder ons werk,” vertelt Jochem, “Daarna komt het pluimveebedrijf, want als de eieren goed gaan, dan is dat ook goed voor onze zorgboerderij. Het pluimveebedrijf maakt het mogelijk dat we kunnen investeren in de zorg en in wat nodig is voor de hulpboeren.”
Even later liggen de tekeningen voor de nieuwe stal op tafel. De vergunning is er en toch overwegen Evita en Jochem deze nog te wijzigen. Ruimte voor de zorg is belangrijk. Ook denken ze aan een winkeltje en een rustpunt waar voorbijkomende fietsers een drankje kunnen drinken. Evita: “Het gaat ook om verbinding. Wij willen dat horenden meer bekend raken met gebarentaal en laten zien dat wij ook onderdeel zijn van Nederland.” Ondanks dat ze al veel om handen hebben, denken Evita en Jochem aan uitbreiding. Ontspannen en vol vertrouwen stelt Evita: “We kijken gewoon hoe het gaat. Natuurlijk loop je tegen dingen aan. We zijn vooral dankbaar dat het zo goed loopt.”